
Een veel gebruikte manier om je met stamboomonderzoek bezig te houden is de volgende: Begin bij jezelf en ga vervolgens na, wie je ouders zijn. Uiteraard zijn dat er twee, namelijk je vader en je moeder. Vervolgens wil je weten, wie hun ouders (dus jouw grootouders) zijn. Dat zijn er dus vier. Zo kun je door gaan met je overgrootouders, betovergrootouders, oudouders, etc, etc. In iedere eerdere generatie wordt het aantal voorouders verdubbeld, iedereen heeft immers een vader en een moeder. In vaktaal heet een dergelijk onderzoek het opstellen van je kwartierstaat. Elke voorouder in een dergelijk overzicht wordt een kwartier genoemd. Waar dat woord vandaan komt? Waarschijnlijk uit de middeleeuwen. Ridders te paard deden mee aan toernooien, waarbij ze sportief streden met andere ridders. De schone jonkvrouwen keken daarbij toe. De ridders waren vaak niet goed te onderscheiden, gekleed als ze waren in maliƫnkolders en harnassen. De vizieren van hun helmen waren gesloten. Ze voerden een teken om zich van hun tegenstanders te onderscheiden, en vaak waren dit de familiewapens van hun vier grootouders. Ze schilderden deze op hun schild, op een manier, zoals afgebeeld (het betreft hier trouwens het wapen van de stad Gelsenkirchen). Ieder wapen nam dus een kwart van het schild in. Dit was het begin van de kwartierstaat. De Engelse term is pedigree, Amerikanen gebruiken ook vaak het Duitse woord Ahnentafel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.