Translate

30 juni 2007

Porder

De volkszanger Johnny Jordaan gaf het al ten beste (Tekst: Pi Variss, muziek: Pi Variss, Harry de Groot):

M'n vader was Porder,
Ik zie hem nog gaan
Wanneer hij des morgens moest porren
Al was het geen vetpot dat Pordersbestaan
Toch deed hij het zonder te morren
Want ondanks z'n armoetje leefde hij blij
En dikwijls dan zei-ie tot mij

Refrein:
De een is gesjochten, de ander weer rijk
We zijn op de wereld niet allen gelijk
De een wordt geboren in een villa of slot
De ander roept mama in een vochtige krot
Maar iets blijft hetzelfde of je arm bent of rijk
Dat is voor ons allen gelijk
Want kijk naar de hemel dan zie je 't meteen
De zon schijnt voor iedereen

Ik denk aan die jaren nog dikwijls terug
Het lijkt me nog zo kort geleden
Geen Porder bestaat meer
de tijd gaat zo vlug
't Verleden wordt nimmer meer heden
Als ik aan die tijd denk hoor ik vader z'n stem
Dan klinken de woorden van hem

Refrein:


Als porder was het dus geen vetpot, maar waar verdiende je je karige loon nou mee? Wel, je was eigenlijk een wekker, je maakte je klanten in je wijk (zo'n stuk of honderd) dus ´s ochtends vroeg wakker om een bepaalde tijd. Dat deed je, door met een stok op de deur of het slaapkamerraam te tikken. Een keer in de week rekende je af en haalde je je centen of dubbeltjes op. Er waren zelfs werkgevers, zoals in Schiedam de jeneverstokerijen, die hun personeel op deze manier lieten wekken, opdat zij op tijd zouden aantreden voor hun werkdag van 14 uur. Rond 1940 waren mechanische wekkers zo betaalbaar geworden, dat het beroep porder is uitgestorven. Latere varianten waren telefonische wekdiensten in de jaren '50, '60 en '70.


Dan is er ook nog de schattiger variant, beschreven in het bakerrijm "De kleine porder" van G.W. Lovendaal uit 1914:

Wie roept daar voor Moe's kamertje:
Doe open, doe open?
Wie klopt daar met zijn hamertje:
Doe open nu de deur?
Ik weet het al! ...
Wie is het dan? ...
Dat's onze kleine Janneman
Die niet meer slapen kan,
Die met zijn dikke vuistjes tromt
En om een morgenzoentje komt.

Hoe kom ik op het thema? Uiteraard heb ik een familielid, die dit beroep uitoefende: Hendrik Snel (1802-1855) te Amsterdam. Daarnaast was hij boekdrukkersknecht.

Waar bent u allemaal voor te porren?

17 juni 2007

Sinterklaas in Ned.-Indië in 1887

Van de tragische hoofdrolspelers van het familiedrama uit 1899, Hendrik Keppel Hesselink en zijn vrouw Josine Jonkheijm, bezit ik een dik schrift, waarin hij hun huwelijksdag op 25 augustus 1881, hun huwelijkscadeaus en huwelijksreis naar Brussel en Parijs beschrijft (ze moeten ook nog in Keulen zijn geweest). Het is in de vorm van een plakboek, compleet met o.a. een toeristische plattegrond van Brussel, tramkaartjes, theaterkaartjes en hotel- resp. restaurantrekeningen. Heel aardig om te lezen en te bekijken en misschien maak ik er nog eens een transcriptie van. Verderop beschrijft hij de geboorte in 1883 en eerste levensjaren van hun dochter Lissie in Toeban en van hun zoon Herman, geb. 1885 in Japara. Hendrik was rechterlijk ambtenaar in Ned.-Indië. Bijna aan het eind verhaalt hij over de Sinterklaasviering op 5 december 1887, waarvan het programma bijgaand is afgebeeld ("Inlandsche bedienden worden in het gebouw niet toegelaten") en ik laat hem verder aan het woord:

"Lissie en Herman verwachten St. Nicolaas die dan ook 's avonds tegen ½ 6 komt. Hij treedt de binnengalerij binnen (in de persoon van Papa, met een toga aan en mombakkes voor, bisschopsmuts op). Lissie is niet bang en komt St. Nicolaas een handje brengen. Herman begint echter te schreeuwen van angst. Toen St. Nicolaas lekkers uitdeelde en cadeautjes waren beide erg tevreden en opgewonden. Lissie merkte aan mama op, dat de suikerboontjes en het andere lekkers van St. Nicolaas er precies zo uitzag als mama het in de goedong had. Om half zeven gingen de kinderen met papa en mama naar het kinderfeest in de societeit, waar St. Nicolaas zich ook vertoonde, waar veel pret werd gemaakt. Lissie trok een mooie ...doos uit de tombola, Herman een tol, beide nog meer andere mooie voorwerpen en de volgende dag gingen ze de schoen, bij mevrouw Diehl gezet en behoorlijk met gras, voor het paard van St. Nicolaas gevuld, halen en bleek dus dat St. Nic: aan Lissie een pop en aan Herman een sabel had toegedacht. Ook bracht St. Nicolaas nog een levend hertje dat wij 's avonds aan een boom op 't erf vastgebonden vonden en waarmee de kinderen veel pret maken."

Wat doet het mij denken aan de Sinterklaasfeesten van de Nederlandse gemeenschap in Hamburg eind jaren '70 van de vorige eeuw! Inlandse bedienden waren ook daar niet te bekennen.


Bij de afbeelding: Op de achterkant staat het "Tarief der Ververschingen" afgedrukt:
Twee Boterhammen met

. Kaas ƒ 0,20
. Eieren ƒ 0,25
. Saucis de Bologne ƒ 0,30
. Ossetong ƒ 0,50
Paté de foie gras (per blik) met Brood ƒ 2,50
Zuur à discrétion.

7 juni 2007

De boom der bloedverwantschap

Vandaag plaatste ik in de linkerkolom een prachtig miniatuur van de beroemde illustrator Loyset Liédet uit Brugge. Eigenlijk is het maar een deel van een soort tweeluik, het complete 'beeldverhaal' ziet u hier. Er zit veel humor in. Ontdek de verschillen! Helaas is de resolutie niet geweldig. In het originele boek zijn deze pagina´s niet direct naast elkaar geplaatst (ik heb dus bijna letterlijk zitten knippen en plakken, en dat in zo´n kostbaar boek!).

6 juni 2007

Het huwelijk nader bekeken

Laatst ontving ik een brochure getiteld "Het huwelijk nader bekeken". Het is een uitgave van Buijten & Schipperheijn, ISBN 905881100x en het verwoordt de visie van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland. Uiteraard zit er nogal wat theologie in en het standpunt van de CGK ten aanzien van o.a. samenwonen en homohuwelijk, resp. hoe als plaatselijke kerken met deze thema´s om te gaan. Omdat dit een genealogisch blog is, wil ik het daar niet verder over hebben, hoewel het mij wel interesseert. De brochure bevat echter ook een historisch deel inzake huwelijksopvattingen in de kerk en de conclusies daaruit neem ik integraal over:

a) Opvallend is de parallel tussen de situatie van de oude kerk vóór Constantijn de Grote en de kerk in onze moderne samenleving. De ont(w)aarding van het huwelijk en de vervaging via allerlei tussenvormen van relaties waren toen en zijn nu aan de orde.
b) De getuigende opstelling van de christenen in de oude kerk bleek o.a. in het niet willen meegaan met de vervaging en vervlakking, maar daartegenover juist opkomen voor de bijbelse visie op het monogame huwelijk.
c) De vroege kerk heeft zich bezonnen op het wezen van het (christelijke) huwelijk. Toen daartoe (vanaf Constantijn de Grote) mogelijkheden kwamen, heeft zij aan die huwelijksvisie maximaal gestalte willen geven in kerk en samenleving.
d) Huwelijk en niet-huwelijk heeft de vroege kerk steeds duidelijk willen onderscheiden.
e) In de oudchristelijke visie is Gods handelen in het huwelijk constitutief; dat geeft aan het huwelijk een hoge waardering. Dan krijgen elementen als bescherming, wederzijdse trouw en hulp een extra diepe dimensie.

Dan de conclusies inzake 1570-1620 in Holland:
a) De gereformeerde kerk heeft het in kerk en samenleving opgenomen voor het hoge karakter en de bijbelse normen van het huwelijk en ze heeft actief meegewerkt aan een goede huwelijkswetgeving.
b) De kerk heeft steeds oog gehouden voor "het gemengde karakter" van het huwelijk, deels politiek, deels kerkelijk/geestelijk van aard.
c) Voor de kerkelijke vergaderingen in Holland was de rechtszekerheid van het huwelijk van groot belang. Daar hebben ze de overheden steeds op aangesproken, waarbij gewezen werd op de bijbelse normen en waarden.
d) In het oplossen van netelige huwelijkszaken hebben de kerkelijke vergaderingen zich voorzichtig opgesteld.
e) Opvallend is de continuïteit tussen de gereformeerde kerk en de oude kerk inzake het bijbels karakter van het huwelijk. De gereformeerde kerk heeft sterk de rechtszekerheid en duidelijkheid van ondertrouw en huwelijk, alsmede het publieke karakter van de huwelijkssluiting, benadrukt.

Een laatste conclusie uit de brochure: De kerk volgt de overheid bij huwelijkssluitingen, maar heeft het recht een eigen lijn in dezen te volgen.

Huwelijk en genealogie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wat de genealoog vooral zal waarderen, uiteraard naast een goed huwelijk, is een goede registratie. Die is, met dank aan Napoleon, vanaf 1811 in Nederland dik in orde. Voor die tijd, en zeker voor 1600, was dat een stuk lastiger.