Translate

24 februari 2014

Stadsoproer

Palingoproer, prent in l'Illustration, augustus 1886. 
Toen ik van de week beelden op de TV zag van op de straat opgebaarde lijken van slachtoffers van het excessieve geweld door de machthebbers in Kiev moest ik onwillekeurig denken aan Amsterdam 1886: het Palingoproer in de Amsterdamse Jordaan. Nee, de omstandigheden tussen Kiev 2014 en Amsterdam 1886 zijn totaal niet te vergelijken. Toch was er een grote overeenkomst: veel vooral jonge mensen werden slachtoffer van het geweld. In Amsterdam werden op 26 juli 1886 maar liefst 25 mensen gedood door rondvliegende kogels. Waarom ik erover begin? Omdat het past in het concept, dat mij sinds het begin van GIJS'geneaLOG alweer bijna 10 jaar geleden voor ogen staat: iets van mijn persoonlijke familiegeschiedenis voor een breder publiek interessant maken. Het palingoproer in Amsterdam raakt mij inderdaad, omdat een van de 25 dodelijke slachtoffers een familielid betreft, de 23-jarige Johannes Hendricus van der Vliet. Hij was pas 2 jaar getrouwd met Magdalena Johanna Louisa Muller en vader van 2 zoontjes: Johannes Hendricus jr. was anderhalf jaar,  Jan Louis Wilhelm net 3 maanden. Hij woonde in de Tweede Weteringdwarsstraat 56. Van beroep was hij timmerman en opzichter.

In ieder geval raakte hij verzeild in een stadsoproer, dat later bekend zou staan als het Palingoproer. Op internet is er veel over te vinden en er zijn zelfs wetenschappelijke studies aan de achtergronden van het drama gewijd. In het kort was het volgende aan de hand:

Zo rond 1886 was sprake van toenemende maatschappelijke spanningen tussen de gegoede burgerij en de arbeidersklasse, zoals die bv. uit de volkswijk de Jordaan. Socialistische figuren als Ferdinand Domela Nieuwenhuis kregen meer aanhang en de ontevredenheid onder de arbeiders nam grotere vormen aan. Ze voelden zich bevoogd door de gegoede burgers, die hen bv. een oud vermaak, het zg. palingtrekken had verboden. Daarbij werd vanouds een touw over de gracht gepannen, waaraan een levende paling werd vastgebonden. Vanuit een bootje moest men proberen de paling los te trekken. Wie dat lukte mocht de paling houden (en naderhand opeten), wie het niet lukte viel meestal in het water. Grote pret bij de omstanders uiteraard. In 1886 gold al lange tijd een verbod, maar toch organiseerde een aantal Jordaners het festijn op 25 juli in de Lindengracht. Wat er toen precies is gebeurd staat in dit artikel. De politie kreeg er lucht van en greep in, tot groot ongenoegen van het publiek. Rellen waren het gevolg, maar 's avonds werd het toch weer rustig. De volgende morgen echter braken toch weer rellen uit en het politiebureau werd door een woedende menigte belaagd. De politie riep de interventie van het leger in en vervolgens is alles compleet uit de hand gelopen. Barricades werden opgeworpen, er werd met van alles gegooid en tenslotte schoot het leger met scherpe munitie terug. Het gevolg: 25 doden en vele gewonden, waaronder een aantal toevallige voorbijgangers. De namen van de dodelijke slachtoffers stonden in de krant vermeld, maar de lijst is niet compleet.

De lijken werden alle overgebracht naar het Binnengasthuis, waar een overlijdensakte werd opgemaakt. Ze zijn hier en hier in te zien, alle gedateerd 28 juli 1886. Akte 5930 is die van Johannes Hendricus van der Vliet. De begrafenissen verliepen zonder incidenten.