Translate

29 december 2007

Alvazaal

Mijn overgrootvader Cornelius Dasse Hesselink (1852-1917) handelde in Spaanse en Portugese wijnen en sherry. De oplettende lezertjes zullen zich dat weten te herinneren. Het monumentale pand in Arnhem is op deze foto uit 1903 afgebeeld. Nou was het niet alleen maar een 'gewone' groothandel, maar het pand herbergde ook een museum met allerlei Spaanse en Portugese voorwerpen, het beroemde Spaansch-Portugeesch Museum. Te denken valt aan keramiek, tektoniek (geologische dingen), bijouterien, planten, dieren en mineralen, en tevens boeken en plaatwerken. Mijn overgrootvader had dit alles in de loop der jaren naar Nederland gestuurd. De ruimte, die daarvoor vanaf 1882 werd gebruikt werd de Alvazaal genoemd. De archivaris van de Alvazaal, J.K.T. Timmermans van Abcoude, heeft een catalogus vervaardigd, die ik een dezer dagen op de kop kon tikken. In het voorbericht noemt hij, dat in "Van Hasselt's Arnhemsche Oudheden" wordt verteld, dat vroeger Graaf Wilhelm Frederik van Nassau, stadhouder van Friesland, eigenaar was en dat 21 juli 1672 Lodewijk XIV aldaar Condé bezocht, die er met een wond aan den linkerarm neêrlag. In deze zaal werd vroeger cour (hof) gehouden en recht gesproken, terwijl de overlevering vermeldt, dat Alva bij zijn verblijf in Arnhem er woonde, naar wie de zaal haar naam kreeg en behield. De zaal was in oud-Hollandse stijl gebouwd en ingericht. Het plafondwerk in Hollands rococo uit de hand gemaakt. De wanden waren voorzien van rood damast zijden behang. Onder de zaal met aangrenzende spreekkamer bevond zich de crypta, waar velerlei wijnsoorten werden bewaard. In vroeger tijden was het de gevangenis geweest. Het pand is in 1917 afgebroken.

28 december 2007

Vergilius

Zo bijna aan het eind van het jaar kun je lekker eens beschouwend bezig zijn. Wat is er dit jaar allemaal gebeurd? Wat was goed en wat iets minder geslaagd? En waar deed je het allemaal voor? Welke kontakten heb je - al dan niet op het wereldwijde web - aangeknoopt, en welke heb je een beetje laten sloffen? In ieder geval had ik internet niet nodig voor het belangrijkste nieuwe kontakt: onze kleinzoon Sebastian van nu precies 16 maanden. Mijn vrouw en ik hebben in 2007 bijna iedere week 1 of 2 dagen op hem gepast, ik ken dan ook ieder hectometerpaaltje op de A9 en de A2 van en naar Utrecht op mijn duimpje. Het was erg leuk om te doen. Een belangrijke rol in mijn leven speelt, het zal u niet verbazen, de genealogie. Ook daar kun je je afvragen waar je het allemaal voor doet. Het is en blijft een vreemde hobby, met die lijken bezig zijn, zoals mijn vrouw het zeer oneerbiedig kan uitdrukken. Het was heel leuk om uit de hele wereld reacties te krijgen op mijn website en blog. En je houdt mensen een beetje levend, die eigenlijk al lang geleden hadden opgehouden te ademen. Dit jaar schafte ik antiquarisch ook een boek aan "Het geslacht Viëtor en aanverwante familiën", geschreven door Mr. H. Haitzema Viëtor in juni 1910. Het omslag geeft een motto, ontleend aan het beroemde heldenepos Aeneis van Vergilius, die leefde rond het begin van onze jaartelling: Stat sua cuique dies, breve et irreparabile tempus Omnibus est vitae, sed famam extendere factis, Hoc virtutis opus. De vertaling staat er bij: Iedere sterfdag staat vast; kort en onherroepelijk is voor allen de tijd des levens; maar zijn naam door daden te doen voortleven, dat is het werk der deugd.

Ja vrouw, genealogie is een deugdzame bezigheid! Ook in 2008.

Afbeelding: Het schilderij ´Aeneas aan het hof van Latinus´ van Ferdinand Bol, Rijksmuseum Amsterdam. Let op de Hollandse setting.

22 december 2007

Attestatie

De protestantse kerken legden lijsten aan van hun gemeenteleden, de zg. lidmatenregisters. Ook katholieke geestelijken hielden lijsten bij, daar heten ze communicantenlijsten. Bij de protestanten kon je lidmaat worden 'op belijdenis', maar ook 'op attestatie' van elders. Verhuisde een belijdend lid, dan moest hij, om in zijn nieuwe woonplaats weer lid te kunnen worden, namelijk een attestatie tonen. Dit was een verklaring van de kerkenraad van de gemeente die hij verliet, waaruit bleek, dat hij tot de belijdende leden behoorde. Bovendien moest duidelijk zijn, dat hij of zij van onbesproken gedrag was. Met dit document verkreeg hij toegang tot het zg. Heilig Avondmaal, maar onderwiep hij zich ook aan uitoefening van de kerkelijke tucht.

Om als protestant lidmaat op belijdenis te worden moest catechisatie worden gevolgd, de kerkenraad je hebben aangenomen, waarna openbare belijdenis des geloofs moest worden afgelegd in een kerkdienst, die doorgaans plaats had op de zondag voor Pasen.


Een prachtig voorbeeld van een attestatie is dat van mijn betovergrootvader Herman Gijsbert Keppel Hesselink, die leefde van 1811 tot 1888. In 1860 ging hij tijdelijk naar Zuid-Afrika en kreeg van zijn kerkenraad in Warnsveld een attestatie mee (zie afbeelding). Ik vond deze onlangs in oude familiepapieren. In ieder geval was hij 'onberispelijk in leer en wandel'. Is de layout niet schitterend? Worden nu ook nog attestaties afgegeven? Zeker wel, maar niet meer in de PKN. Je moet daarvoor lidmaat zijn van bv. de Christelijke Gereformeerde kerk, de Gereformeerde kerk (Vrijgemaakt) of de Nederlands Gereformeerde kerken. Meer hierover in Wikipedia.

11 december 2007

Kerst 2007

Alle bezoekers van GIJS'geneaLOG wens ik fijne, gezegende kerstdagen en ook alvast een goed en gezond 2008.

1 december 2007

Sint Petersburg in 1905

Een hele tijd terug had ik het al eens over de Ruslui. Bijgaande foto´s hebben daar alles mee te maken. Zijn de meisjes geen eye-catcher? Dit was er aan de hand: Gerhard Johannes Egbert Engberts, koopman te Sint Petersburg, trouwde op 22 april 1865 te Vriezenveen met Maria Kruijs. In 1905 mochten zij met hun kinderen en kleinkinderen in Sint Petersburg hun 40-jarig huwelijksfeest vieren. Ze hebben er bepaald iets leuks van gemaakt. Zoon Egbert (schrijver van het enkele jaren geleden verschenen boek 'Herinneringen aan Rusland') was uiteraard ook aanwezig. Zijn grote liefhebberij was gelegenheidsgedichten schrijven, wat hij doorgaans in het Duits deed. In 1905 liet hij zich niet onbetuigd en schreef niet alleen een ode aan zijn ouders, maar liet ook zijn beide nichtjes, Maria en Adja Wissendorff, een gedicht voordragen. Maria deed dat 'in de naam van Holland', Adja namens Rusland. Hun kleding laat wat dat betreft niets aan duidelijkheid te wensen over. Klik hier voor de tekst van deze gedichten. Zelf vind ik ze heel interessant.


Maria en Adja waren dochters van Heinrich Wissendorff, een koopman in Sint Petersburg, maar afkomstig van Letland. Hij was geadopteerd door een koopman en molenaar en kreeg zijn opleiding in Parijs en Londen. In 1890 trouwde hij Gerhard Engberts' dochter Gerharda Serafina (roepnaam Adja). Omstreeks 1891 zal de andere foto zijn genomen, voorstellende de kinderen van Gerhard Johannes Egbert Engberts (1835-1911) en Maria Kruijs (1842-1915). Van links naar rechts: Nicolaas ('Kolja', 'Kolle') Bernardus Engberts (1867-1939), Egbert Engberts (1875-1955), Heinrich Wissendorff (1861-1916) met Gerharda ('Adja') Serafina Engberts (1869-1942), Engbertus ('Androesja', 'Andrej') Engberts (1866-1899), Jan Engberts (1879-1957) en Frederik ('Fedja') Engberts (1871-1919). Let vooral ook op de wespentaille van Adja, een modegril van die tijd! Dit is zeker een van mijn favoriete familieportretten. Mijn overgrootmoeder Egberta Engberts (1853-1936) was de jongere halfzuster van Gerhard.

20 november 2007

Mailtje van het jaar

"Met stijgend gevoel van bewondering en verbazing heb ik kennis genomen van hetgeen welhaast een levenswerk mag worden genoemd, uw genealogisch onderzoek. Mag ik mij allereerst aan u voorstellen". Zo begint het mailtje-van-het-jaar, dat ik in februari 2007 ontving. Ik moet bekennen, dat mijn verbazing niet voor de zijne onderdeed. Laat ik het verhaal uit de doeken doen.

Een verre nicht van mijn ouders trouwde in 1931 met een Nederlandse militair. Uit dit huwelijk werden tussen 1932 en 1940 drie kinderen geboren. Tot zo ver niets bijzonders aan de hand. Enkele jaren later raakte zij opnieuw in verwachting en werd een zoon geboren en wel in Hamburg (Duitsland)! We schrijven 1944, de Tweede Wereldoorlog woedt nog in volle hevigheid. Haar echtgenoot is hoogstverbaasd en komt tot de conclusie, dat het kind niet van hem kan zijn. Zij geeft dit toe en noemt als verwekker van het kind de naam van een Duitse onderofficier, wat ze ook op papier zet. Een scheiding laat vervolgens niet lang op zich wachten. De moeder is na de oorlog in Nederland terug en staat het jongetje af. Dit laatste gegeven vond ik terug op het uittreksel van haar persoonskaart, welke ik bij het CBG heb opgevraagd. Op die manier wist ik ook van het bestaan van het in 1944 geboren jongetje af. Diverse keren heb ik geprobeerd te achterhalen, wat er van hem geworden is. In Nederland of Duitsland.

Het mailtje van het jaar was afkomstig van deze jongen, inmiddels 62 jaar oud en levend in Nederland onder een andere naam. Hij is door een pleeggezin in Nederland opgevoed en met een Nederlandse vrouw getrouwd. Tot zijn stomme verbazing vond hij zijn oorspronkelijke naam op mijn website terug. Hij vertelde, dat hij in zijn hele leven vrijwel nooit kontakt met wie dan ook uit de familie had gehad, dus ook niet met zijn halfbroers/zussen. Ik belde hem op om te vertellen, dat ik zo'n kontakt eventueel wel tot stand zou kunnen brengen. Naderhand bleek dat inderdaad te kunnen en heeft hij de andere kinderen van zijn moeder bezocht. Naar ik heb begrepen, was het een spannende, maar wel aangename ontmoeting. Afgesproken is, dat ze ook verder kontakt zullen onderhouden. Wat is genealogie toch een mooi vak!

Bij de foto: Hauptkirche Sankt Nikolai, die als ruïne is blijven staan sinds Hamburg in de oorlog zwaar is gebombardeerd. Een gedenkteken als waarschuwing tegen de waanzin van oorlog. De stad is verder prachtig herbouwd, ik kom er graag.

8 november 2007

Naamsverspreiding

Zelf vind ik het heel aardig om de verspreiding van bepaalde familienamen over een land te kunnen bekijken. Er zijn websites, die dat binnen een tel voor je kunnen doen. In Nederland wordt daarvoor gebruik gemaakt van de gegevens uit het telefoonboek van 1993. In België bestaat ook iets dergelijks, terwijl ik er deze week achter kwam, dat het voor Duitsland eveneens mogelijk is. Wie kent voor andere landen soortgelijke websites?

De naam Hesselink komt volgens bijgaande grafiek 689 keer in het telefoonboekvoor. De grootste aantallen zijn te vinden in Enschede, Oldenzaal en Winterswijk. Op basis van dat aantal zou het om 1500-2000 personen kunnen gaan. Klopt dat? Daarvoor zou je de bevolking moeten tellen. Dat wordt sinds tientallen jaren niet meer gedaan, de laatste volledige telling was die van
1947. Op de site van het Meertens Instituut kan per familienaam worden nagegaan, hoe vaak een naam per provincie toen voorkwam. Leuk om het voor uw eigen naam eens te doen. Voor Hesselink (1227) en Keppel Hesselink (11) kom ik voor Nederland op 1238 personen. In België staat de naam 5 keer in het telefoonboek, in Duitsland 169 maal. Het is daarmee waarschijnlijk een middelgrote naam.

7 november 2007

DNA onderzoek

Zin in een Hesselink DNA test? Ik wel misschien. Het gaat om het volgende:

Zoals elders op deze site wordt uitgelegd, is mijn familie Hesselink, anders dan verreweg de meeste andere families met deze naam, niet van boerenafkomst. Althans, na 1600 komen nauwelijks boeren in de familie voor. Het verhaal gaat verder, dat rond 1600 een meneer Hesselink (mijn voorvader dus) vanuit de omgeving van Borken om geloofsredenen naar deze kant van de grens trok en zich in Varsseveld vestigde. De familie is sindsdien steeds protestant (nederduits gereformeerd, later hervormd) gebleven.

Deze historie lijkt sterk op die van een andere Hesselink familie, die omstreeks dezelfde tijd vanuit Bocholt (dat niet ver van Borken ligt) naar Nederland kwam. Deze mensen gingen naar steden als Deventer, Kampen, Enkhuizen en veel later vooral ook naar Groningen en de provincie Friesland. Eveneens geen boeren, eveneens protestant (maar in dit geval doopsgezind) en met een familiewapen, dat sterk lijkt op of zelfs identiek is aan het wapen van mijn familie. Het gaat dan speciaal ook om de oudste vorm daarvan, het Christusmonogram oftewel de omgekeerde "antieke 4". Een verwantschap is dan ook op z'n minst niet uit te sluiten. Alleen, hoe kom je daar achter? De archieven hebben tot op heden geen uitsluitsel kunnen bieden. Een eventuele gemeenschappelijke voorvader moet ook ruim voor 1600 hebben geleefd en de bronnen zijn uiterst schaars.

DNA onderzoek kan het bewijs, of in ieder geval sterke aanwijzigingen opleveren, dat een familieband tussen laten we zeggen "Borken" en "Bocholt" al dan niet bestaat. Wanneer u Hesselink heet en in directe mannelijke lijn afstamt van de doopsgezinde mensen uit Bocholt (en ik weet, dat in Nederland nog zulke mannen rondlopen), en ook u nieuwsgierig bent, of in dit geval sprake is van in feite één familie, laat u dat dan weten. Vervolgens kunnen we dan overleggen, hoe we een eventueel DNA onderzoek het beste kunnen aanpakken.

Interessante links over DNA onderzoek in de genealogie zijn o.a. (maar er is op internet veel meer over te vinden):



Familiewapen

Beschrijving van het huismerk en wapen van de familie Hesselink:

Oorspronkelijk voerde de familie geen wapen in onze huidige betekenis van het woord, maar een huismerk. Dit had de vorm van een gespiegelde 4, oftewel de zg. "antieke 4". Het boekje "Het raadsel der huismerken" door Dr. H.W.J.M. Kits Nieuwenkamp (1955) vermeldt hierover het volgende:

"Tot besluit nog een enkel woord over een veel, zo niet het meest voorkomend hoofdmotief in huismerken, de z.g. "antieke 4" al of niet omgekeerd. Het motief is hier het bekende Christusmonogram, maar afgehoekt vanwege de omstandigheid, dat deze hoekige vorm zich beter eigende voor inhouwen, -kerven, -branden enz. in het harde materiaal. Bedoeld monogram is een combinatie van de Griekse ch: x en de Griekse r: P en het betekent dus Chr. d.i. Christus."

Het wapen, dat Hesselink al sinds enkele eeuwen voert, bestaat uit een wapenschild met in zilver 3 groene bomen naast elkaar op groene grond. Dekkleden groen gevoerd van zilver. Het helmteken is in rood een zilveren merk (een 4 geplaatst op een liggende zandloper). Onder andere mijn voorvader Hendrik Hesselink (1723-1780), molenaar te Zelhem, voerde dit wapen. Sommige familieleden gebruikten een iets ander helmteken, zoals een merk in de gedaante van het cijfer 4 met links daarvan een zandloper. De zandloper is het symbool van de vergankelijkheid, maar voor gelovigen ook van de terugkeer na de dood. Dit zal zeker gelden voor de liggende zandloper, symbool voor de vergankelijkheid die is overwonnen.


Het in tweeën gedeelde wapen is wellicht van nog oudere datum, maar ik ken geen personen die het hebben gevoerd.









In de literatuur is het in vieren gedeelde wapen van Keppel Hesselink beschreven, bestaande uit het wapen Hesselink en in rood 3 zilveren St.Jacobsschelpen. Dit laatste wapen is al dan niet terecht ontleend aan de adelijke familie Van Keppel. Het is zeker niet geheel uit te sluiten, dat Hinderich Keppel, die omstreeks 1630 geboren zal zijn en in Coesfeld woonachtig was, een Van Keppel nazaat was, maar waarschijnlijk is dit niet. Deze Hinderich is de oudst bewezen voorouder met de naam Keppel(l).

Familieimpressie

Mijn familie Hesselink is geen boeren- of buitenlui-, maar eigenlijk een typische burgerfamilie. Op een paar militairen na dan. Dat zal uit de rest van dit verhaal nog wel blijken. Als stamvader kan Herman of Harmen Hesselink worden beschouwd, die omstreeks 1620 zal zijn geboren en rond 1650 is getrouwd met Derksken Becking. Zij kregen waarschijnlijk 11 kinderen. Degenen, die van dit echtpaar afstammen worden door mij als "familie" beschouwd. Van hen zijn er nog ca. 50 personen met de naam Hesselink of Keppel Hesselink in leven (in het telefoonboek van Nederland komt de naam Hesselink ca. 600 keer voor!). Maar er zullen nog talrijke verre neven en nichten bestaan, die via een vrouwelijke lijn van Herman en Derksken afstammen.
Herman Hesselink (ca. 1620-ca. 1685) was stoffenwinkelier in Varsseveld en daarnaast schoolmeester en kerkmeester. Wanneer we kijken naar zijn zonen, dan tellen we er 7. Van Jan Matthias, Severein en Jan zijn nog nakomelingen in rechte mannelijke lijn in leven:


A. Jan Matthias, chirurgijn en gerichtsman te Zelhem. Geen gemakkelijk heerschap, zoals uit verschillende civiel rechterlijke archiefstukken blijkt. Zijn nageslacht is voor een deel nog generaties lang in Zelhem blijven wonen, maar een paar van zijn kinderen verhuisden naar Amsterdam en bleven daar. Zijn nakomelingen waren o.a. bakker, pachter van de Generale Middelen, gerichtsman, verwalter richter, winkelier, commissaris, grondeigenaar, burgemeester, ingenieur, gemeenteraadslid, koopman.
B. Severein, herbergier in het "Witte Paard" te Varsseveld. Zijn tak was en is heden ten dage de meest bloeiende en hij is ook mijn voorvader, evenals van alle mensen met de naam Keppel Hesselink. In zijn nageslacht komen o.a. de volgende beroepen voor:

18e eeuw: herbergier, bouwmeester, molenaar, rentmeester, predikant, stadholder, winkelier, schoolmeester, rijtuigschilder, tabakskoper, drukker, waagweger, bierdrager
19e eeuw: predikant, arts, fabrikant, wijn(groot-)handelaar, militair, scheepsklerk, schilder
20e eeuw: chemicus , jurist, ingenieur, generaal-majoor, planter, bedrijfsleider, luitenant kolonel, kunstschilder, houtvester, werktuigbouwkundige, vertegenwoordiger, ambtenaar , musicus, historicus, antiquaar, leraar, ondernemer, journalist.
Het is opvallend, dat vooral ook de Hesselink dochters in de regel "beste" partijen hebben gehuwd. Of ze altijd even gelukkig getrouwd waren kan ik helaas niet zeggen. De naam Keppel Hesselink is trouwens ontstaan, doordat Willem Frederik Hesselink zijn oudste zoon in 1811 de voornamen Herman Gijsbert Keppel meegaf (naar Christina Keppel, zijn moeder). Later in diens leven is de voornaam Keppel "opgeschoven" naar de achternaam. Dubbele namen waren in de eerste helft van de 19e eeuw in de mode. Enkele zonen, waaronder mijn overgrootvader Cornelius Dasse, hebben "Keppel" later weer laten vallen. Thans is de naam Keppel Hesselink in Nederland zeer zeldzaam, maar er bestaat ook nog een Italiaanse tak met deze dubbele naam.
C. Jan, kerkmeester te Varsseveld. Ook zijn nakomelingen verlieten grotendeels al vroeg de Achterhoek en kwamen in plaatsen als Leiden, Dordrecht, Amsterdam en Zaltbommel terecht. Beroepen in deze tak waren o.a. bierbrouwer en jeneverstoker, schoolmeester, kerkmeester/diaken, tinnegieter, wijnkoper, klerk, rechter, winkelier, timmerman, krankenbezoeker, deurwaarder, typograaf en steendrukker, toneelspeler, bankbediende, verificateur, journalist. Uit deze tak is ook de naam Van den Anker Hesselink afkomstig, die met de acteur Henri Louis van den Anker Hesselink in 1947 is uitgestorven.

De takken van de andere 4 zonen van Harmen en Derksken zijn hoogstwaarschijnlijk in rechte manlijke lijn uitgestorven, zodat er geen Hesselink naamdragers meer van in leven zijn. Het gaat om:

D. Evert was in krijgsdienst, waarbij hij een hand verloor en toen schoolmeester werd te Varsseveld (van 1680 tot 1715). Zijn nakomelingen komen via Aalten en Strijensas vooral in Rotterdam terecht. Enkele beroepen en ambten in deze tak: koster, kerkeraadslid, ambtenaar, practizijn, zaakwaarnemer, doodgraver, armbestuur. Deze tak is waarschijnlijk in 1850 uitgestorven.
E. Harmen (Hermanus) was marktmeester te Zutphen. Enkele van zijn kinderen gaan naar Amsterdam, anderen blijven in Zutphen wonen. Zijn achterkleindochter Johanna Hesselink (geb. 1772) is vermoedelijk de grootmoeder van de Groenlosche en Wageningse burgemeester Mr. Herman François Hesselink van Suchtelen (1852-1934).
F. Arnoldus bleef ongehuwd en kinderloos.
G. Engelbert was ouderling te Varsseveld. Zijn kleinzonen waren in Amsterdam te vinden en waren daar bakker en wijnkoper. Tak is waarschijnlijk in 1773 uitgestorven.

Bij deze korte impressie wil ik het laten. Ik stel mij namelijk voor, dat u geen prijs stelt op al te veel details en ellenlange verhalen op deze blog. Op aanvraag stel ik graag uitvoerige familiegegevens ter beschikking. Voor de familierelaties verwijs ik u naar de
database.

Bij de afbeelding: Schilderij van Claude Monet met als titel "Impression: soleil levant" (Impressie: opgaande zon). Het geeft een impressie van de haven van Le Havre, gezien vanuit de werkkamer van de schilder. Voor het eerst getoond in Parijs in 1874. De titel heeft geleid tot de naam 'impressionisme' voor deze manier van schilderen, waarbij contouren zichtbaar worden gemaakt. Dat is ook wat deze familieimpressie beoogt.

Familie Nota van de Stam Hesselink

genoteerd 1799 Door G. van Holten doch 1801 door Jan Gesink de laatste tak verder uitgebreid.

"Harman Hesselink geboortig van Borken in Munsterland is in 1600 of de 17e eeuw om de Religie vertrokken naar Versseveld is aldaar kerkmeester geweest en eenen stoffenwinkel opgezet is de eerste stamvader geweest van eene talrijk geworden familie wonende bij den toren en onder deszelfs zoonen is eenen geweest genaamd Engelbert welke naast zijns vaders huis heeft gewoond wiens tak is uitgestorven en zijn kleinzoon Dirk Hesselink Bakker in het Gasthuis te Amsterdam. Severt of Sevrien heeft gewoond in het witte paard deszelfs tal is talrijk geweest doch thans uitgestorven op zeer weinige na uit welke gesproten zijn derzelfs kleinzoon Roelofs - 2e zoon Hendrik in leven Molenaar te Zelhem en naderhand te Deudekom wonende daarvan leeft nog een zoon Predikant te Warnsveld een ander zijnde een wijnkoper te Zutphen gehuwd aan eene Jufrouw Hoffman en eene dochter gehuwd aan Wouter Koops Dirk Janszoon te Deutichem. 3e Matthijs heeft gewoond te Zelhem heeft nagelaten een zoon genaamd Abraham welke twee zoonen heeft nagelaten genaamd Hendrik en Barend mede te Zelhem en eene talrijke familie hebbende benevens eene Dochter getrouwd geweest aan Marktvoord aan de Meulen te Almen. 4e Een zoon te Amsterdam gewoond van welke nog aldaar familie in leven is. 5e een zoon Evert welke in dienst is geweest en zijn hand heeft verloren naderhand Schoolmeester. 6e eene dochter Grietje genaamd boerin op Breukelder. 7e een zoon genaamd Jan deze is in zijns vaders huis gebleven en heeft verscheidene kinderen nagelaten
A als eene Dochter Aaltje genaamd gehuwd aan HJ Kolenbrander Holdrost
B Een zoon welke Tinnegieter is geweest te Amsterdam van wien nog nakomelingen zijn
C Harmen Schoolmeester alhier heeft vier kinderen nagelaten een zoon Gradus te Leiden en een Adolph, gewoond te Vorden, gehuwd geweest aan Rolyna Abbink doch Ziehier onder Appendix en eene dochter Harmanna gehuwd geweest te Gendringen aan Schoolmeester Aalting en eene dochter Bartha gehuwd geweest te Versseveld aan Warner Meuleman
D Evert heeft gewoond alhier is Brouwer en Geneverbrander geweest heeft nagelaten eene dochter genaamd Geertruyd gehuwd geweest aan den Schoenmaker Harmen Post en eene genaamd Elizabeth gehuwd geweest met Andries Koning
E Eene dochter Machteld genaamd gehuwd geweest aan de Chirurgijn Gerrit Planten heeft nagelaten acht kinderen
F Hendrik Jan is in zijns vaders huis gebleven en is gelijk zijn vader en grootvader kerkmeester geweest die heeft nagelaten twee dochters als Theodora en Geertruyd. Theodora is gehuwd geweest met Lourens Bekking in haar vaders huis hebben twaalf kinderen en daarvan zeven volwassen als
1. Hendriena Geertruyd gehuwd geweest aan Barend Luimes Ratstaak

2. Hendrik Jan gehuwd geweest aan Anna Geertruyd Prins
3. Aleyda Wendelina gehuwd geweest aan H.J. Kolenbrander.
4. Willem Predikant alhier gehuwd geweest aan M.E.W.Willink
5. Johanna Hermijna gehuwd geweest met Barend Hesselink te Zelhem
6. Gerharda gehuwd met G.W. Grutterink in haar ouders huis
7. Anna Geertruyd gehuwd met J.H.A. Prins te Aalten
De tweede dochter van H.J. Hesselink, Geertruyd thans nog in leven is gehuwd geweest aan den Holdrost Jacobus Bekking hebbende drie zoonen als Hendrik Jan wonende aan de Landeweert Gert Willem Predikant te Beest - Derk Adolph tegenwoordig Holdrost. Appendix.
G. de zoon van Harmen Hesselink Schoolmeester genaamd Adolph te Vorden, Rigter aldaar heeft tien kinderen verwekt / waarvan nog zes in leven zijn / als
1. Harmanus jong overleden

2. Johanna gehuwd geweest aan J.W. Wenink thans te Vorden aan haar 's vaders huis kinderloos
3. Arnoldus Schoolmeester geweest te Aalten gehuwd aan Berendina Huinink hebbende een zoon Adolph eene dochter Hendrica Gesijna eene dochter Caatje genaamd
4. Dersken gehuwd te Zutphen aan Richard Terink Bakker hebbende 4 kinderen als een zoon en drie dochters
5. Petronella Helena ongehuwd in haar ouders huis
6. Hillebrand Timmerman in Amsterdam gehuwd kinderloos
7. Evert krankenbezoeker te ZBommel gehuwd aan Bastiaantje van den Anker hebbende drie zoons als Hendrik, Rolynus en Adolph
8. Anna gehuwd geweest aan G. Phoel op Beerschoten aan de Bilt nalatende 2 kinderen een zoon Philip en eene dochter Rolyna
9. Christina gehuwd aan Jan Gesink Schoenmaker te Versseveld hebbende vier kinderen als Christiaan, Adolph, Anna en Gerrit
10. Nog eene dochter jong overleden
De andere zoon van Harmen Hesselink Gradus te Leyden heeft een zoon en twee dochters nagelaten van welke nog eene dochter in leven thans te Hengeloo."


Zo zie je maar weer, ook 200 jaar geleden bestond onder de burgerij al belangstelling voor genealogie. Het is dus niet zo, dat het alleen een liefhebberij, dan wel statussymbool,van de adel was.

De brand van 14 september 1723

"Voorjaar 1723. Op het oude erve Nibbelink in de Binnenheurne, onder Varsseveld, gelegen aan de zoom van de bossen van Idink, was het een drukte van belang. Aan het einde van een drukke werkdag gaan de bewoners van Nibbelink ter ruste, maar plotseling in de nacht worden ze wakker geschrikt door een heftig lawaai, dat het vee in de stallen veroorzaakt. De boer is het eerste op de deel en kijkt vol ontzetting in een grote vlammenzee. Erve Nibbeling staat in brand. Met de grootste spoed wordt het vee in veiligheid gebracht en korte tijd later ligt de mooie hoeve in de as. De boer is verslagen, hij voelt zich als een berooid man. Maar zijn buren bieden hulp, zij zijn immers "naobers" en weten wat hun taak is. Met man en macht wordt er gewerkt om de puinhopen op te ruimen. Nieuw materiaal wordt aangevoerd en langzaam maar gestadig is Nibbeling weer opgebouwd. En toen in het begin van september het erve Nibbeling weer herrezen was, besloot de boer om, volgens oud gebruik, een steenbier te geven aan allen die geholpen hadden met de opbouw van Nibbeling. Op 14 september 1723 was er vreugde op Nibbeling en in de late middaguren klonk er feestgezang, werden de glazen geheven, en niemand dacht meer aan verdriet of zorgen...
In het naburige Varsseveld was het op die middag heel rustig. De meeste bewoners waren op de Nibbeling om het feest mee te maken. Slechts de oude dominee vertoefde op de Olde Wehme en enige oude mannen en vrouwen met kinderen bevonden zich in het dorp. De smid was niet naar het feest, hij hamerde op het aambeeld en van het witgloeiende ijzer spatten de vonken in het rond. Enkele van deze vonken kwamen op zijn dak terecht. Aangewakkerd door de droge wind stond zijn huis in brand, voordat hij er erg in had. Maar daar bleef het niet bij. Het vuur sloeg over op de naast gelegen percelen en weldra stonden de meeste huizen in brand. In zeer korte tijd had zich een ontzettende ramp voltrokken over het oude kerkdorp Varsseveld. De daken waren meest bedekt met riet of stro, sommige zelfs met droge heideplaggen. Het vuur kreeg dus gretig voedsel. Zelfs de kerk werd aangetast en stond al snel in lichterlaaie".
Dominee Beckink heeft van deze ramp een verslag gemaakt en daarin lezen we het volgende:"Wij, ondergeschrevenen, leden van de tegenwoordigen kerkeraad, attesteren van droevige oor- en ooggetuigen, dat door een ongemeen vreeselijk, doch aanbiddelijk en rechtvaardig oordeel Gods ons gehele dorp Varsseveld, met toren en kerk, door een vreeselijken brand op de 14e september 1723 totaal in de as is gelegd, zoodat, helaas Varsseveld in Varsseveld niet meer te vinden is. Het bloed wordt traag in onze aderen en onze haren rijzen omhoog, als wij ons verbeelden de verwoesting door deze ontzettende brand aangebracht. De brand, die ons overviel, toen bijna het gehele dorp van huis was om een man door liefdesgaven op de been te helpen. Dit is de oorzaak geweest dat verscheidenen niets, anderen weinig uit het vuur gered hebben. Dit vreeselijk ongeluk drukt ons te meer omdat het ons getroffen heeft zoo kort voor de winter en in een tijd, dat men brandstoffen en levensmiddelen reeds had ingezameld. Hier liggen 54 huizen, 6 schuren, enige branderijen(jeneverstokerijen) en verscheidene beesten en varkens onder het puin en stof bedolven en begraven, en dat in die tijd van twee uur..."Men hoopte in het begin, dat men de kerk nog zoude behouden, maar terwijl ze midden in het vuur stond, en sterk rondom de brandende huizen aangetast werd, waarbij het grote gebrek aan water, en onze algemene schrik en alternatie, zoo moesten eindelijk kerk en toren ook al in een puinhoop veranderen. Hier zijn vier klokken versmolten en stom geworden. Het uurwerk bedorven, de preekstoel geheel buiten dienst gesteld en de pilaren gebarsten, droevig hangende met hare hoofden over eene zijde... Het gewelf ingestort waardoor het meeste van gestoelte en zitplaatsen zijn vermorzeld, zoo dat men nu buiten de kerk onder den blauwen hemel doop, avondmaal en den preek heeft moeten waarnemen, vermits ook geen huis in Varsseveld zo ruim is, in hetwelk dit zou kunnen geschieden vanwege de grootheid der gemeente, waar ongeveer 900 lidmaten gevonden worden..."

(Uit: "Kleine historie van de Laurentiuskerk en het oude kerspel Varsseveld" door D.W. Kobes, 1972).
Afbeelding: Het dorp Varsseveld in 1695. Je kunt je nu voorstellen, dat vrijwel het hele dorp is afgebrand. Ik vond een heel aardig verhaal over de geschiedenis van de brandweer op de site van de brandweer.

Vastlopers

Soms zoek ik al jaren zonder enig succes naar gegevens over een bepaalde persoon. Echte vastlopers dus. Kunt u de motor weer vlot trekken? Kijkt u eventueel nog even in de database voor de verdere relaties:

PHILLIPSON x LATTEN: Nicolaas Hendrik Phillipson (geb. ca. 1700) en zijn vrouw Sara Latten of Latting. Vanaf ca. 1725 woonden zij in Naarden, waar zij in 1732 overleed. Wie heeft gegevens van voor 1725?
BOEKHORST x TIJSENS: Wie waren de ouders van Hendrik Boekhorst en van zijn vrouw Johanna Tijsens? Zij (onder-)trouwden in 1695 in Zutphen en Deventer.
"ZIJP IN HET HESSEN": Jurriaan ('Iwan') Jorda(a)n moet ca. 1755 in 'Zijp in het Hessen' zijn geboren. Welke plaats wordt daarmee bedoeld? Vermoedelijk omgeving Kassel.
AENSORGH: Begin 17e eeuw woonden mensen met de naam Aensorgh/Aensorgen in Dordrecht en Brielle. Ongetwijfeld aan elkaar verwant, maar waar zit de 'missing link'?
VAN BAALEN: Marietje van Baalen tr. Alkmaar 8-1-1764 Willem Venker. Eventueel is zij een dochter van Marcus van Baalen en Amerante Jacoba Pieters. Wie kan dit bevestigen? En waar kwamen deze dan vandaan? Afgaand op de namen van haar kinderen zou haar vader ook een Johannes kunnen zijn.
VAN IRTE: De Amsterdamse wijnkoper Lambert van Irte/Jerten zou rond 1687 in Zwolle geboren moeten zijn, maar een doopinschrijving is daar niet te ontdekken. Zelfs de familienaam komt in deze tijd niet voor (wel enkele eeuwen eerder, zelfs met dezelfde voornaam!). Wie kent zijn ouders?
VAN KESTEREN x VAN STADEN: Nadere gegevens over het echtpaar Cornelis Woutersen van Kesteren en Anna Maria van Staden zijn niet te vinden. Zij zijn rond 1690 getrouwd, mogelijk te Veenendaal. Op 6-3-1692 lieten zij daar dochter Marretien dopen, zoon Jan zou in Amersfoort geboren moeten zijn. Mogelijk Luthers. In de Gelderse plaats Kesteren geen passende Cornelis Woutersen gevonden.
VAN DER MAEDE: Adriaen van der Maede/Maade/Made ging op 30-1-1768 te Oosterhout (NB) in ondertrouw met Cornelia Damen. Hij zou afkomstig zijn van Terheijden, maar ik kan hem daar niet ontdekken in de archieven. Wie helpt?
DE VRIJ:Wie zijn de ouders van Neeltje Daniels de Vrij, die rond 1732 trouwde met Andries Willems Venker, vermoedelijk te Alkmaar? De wijnkoper Daniel de Vrij (begr. Alkmaar 29-9-1752) en Maartje Cornelis Speelder zijn het in ieder geval niet! Het kan heel goed zijn, dat Daniel is gedoopt te Amsterdam op 7-12-1689 als zoon van Daniel de Vrij en Neeltje Teunis. De namen van de kinderen van Neeltje Daniels sluiten hier naadloos bij aan!

Varsseveld prae 1723

Bij de afbeelding: Het centrum van Varsseveld volgens een Google Maps kaartje. In het midden het Hesselinkplein. Op die plek stond vele jaren een winkel van de familie Hesselink (klik erop voor een vergroting).

Al jaren probeer ik informatie te verzamelen over families uit Varsseveld, speciaal uit de periode voorafgaand aan de grote brand in die plaats van 1723. Hier de reportage van die dramatische gebeurtenis, waabij o.a. ook alle DTB registers verloren zijn gegaan. Onderzoek in Varsseveld is dan ook lastig. Vaak is men aangewezen op archiefvondsten in andere plaatsen. Het is de bedoeling, dat u hier verwezen wordt naar transcripties van Varsseveldse bronnen en ander genealogisch materiaal over de plaatselijke bevolking, 'toevals'vondsten, etc. Uw medewerking wordt op hoge prijs gesteld. Zelf doe ik geen gericht onderzoek naar andere Varsseveldse families. Mocht u gegevens bezitten over Varsseveld van voor ca. 1723, laat u dat dan weten. Maar ook informatie van latere datum is welkom. Samen komen we ook in het Varsseveldse onderzoek verder dan ieder voor zich.

Bronnen (in PDF formaat):
Uittreksel uit de trouwboeken van
Dinxperlo 1661-1725 en van Aalten, Bredevoort en Winterswijk tot 1730 (door S. Stroet te Amersfoort).
Doetinchem 1738-1778 (transcriptie door C.J.M. Smits m.m.v. J. van Groesen en S. Molenaar, afkomstig uit nalatenschap C.J.M. Smits).
Lichtenvoorde 1653-1765 (transcriptie door J. Ch. Wansing).
Bij deze uittreksels betreft het alleen de verwijzingen naar Varsseveld!
Verpondingskohier dorp Varsseveld ca. 1650.

Toevalstreffers Varsseveld of Varssevelders van voor 1811 betreffend: Graag een email om deze te melden, ik neem ze dan op in een aparte pagina (in PDF formaat).

Geschiedenis van Varsseveld en Wisch:
Varsseveld, ds P. Kuijper, Gelre Vereniging, Bijdragen en Mededelingen deel LVIII, S. Gouda Quint, Arnhem, 1959. Met latere annotaties. Dit gaat over de periode tot ca. 1400.De brand van Varsseveld door kerkmeester Gerrit van Holten (± 1800) in PDF formaat
Beschrijving van Varsseveld door Gerrit van Holten (± 1800) in PDF formaat
Daarnaast zijn de volgende sites een bezoek waard:
Digitaal Archief Varsseveld, en meer algemeen Achterhoeks:
Heemkundekring Bergh, o.a. http://www.heemkunde.nl/verhalen/geschiedenis/hd_plakkaten.html
De Graafschap in de Middeleeuwen
Oudheidkundige Werkgemeenschap A.D.W.
Genealogie in de Achterhoek
Oostgelders Tijdschrift voor Genealogie en Boerderijonderzoek (OTGB)
Links naar relevante genealogische homepages:
Arentsen, Beernink, Esselink, Kolenbrander/Colenbrander, Koolwaaij/Koldeweij, Ter Maat, Mellendijk, Mellink, Radstaak (site van Henny Radstaak), Radstake (site van Henk Radstake).

Genealogie Hesselink

Sinds meer dan 15 jaar houd ik mij tamelijk intensief bezig met de familiegeschiedenis Hesselink. U kunt doorklikken naar een impressie van mijn familie, die oorspronkelijk uit het dorp Varsseveld in de Gelderse Achterhoek komt. Nou ja, volgens sommige bronnen voor ca. 1600 uit Borken of omgeving. De "Familie Nota van de Stam Hesselink" uit 1799 maakt hier ook gewag van. Of het klopt? Ik waag het te betwijfelen. Trouwens, ook mensen met de naam Keppel Hesselink, van den Anker Hesselink en wellicht ook Hesselink van Suchtelen horen erbij. Voor de genealogische strukturen verwijs ik u naar de database. De familienaam is in dit bestand voor 1811 trouwens consistent weergegeven als 'Hesselink', ook wanneer er in feite in de akte een andere schrijfwijze is gebruikt (Het komt zelfs voor, dat in een en dezelfde akte meerdere schrijfwijzen voorkomen, zoals Hesselinck, Hesseling, etc.!).

U kunt ook een beschrijving van het huismerk en het familiewapen lezen. Daarbij ben ik zeker geen heraldisch deskundige. Wie het dus beter weet mag het zeggen.

Een groot deel van de tijd, die ik in archieven heb doorgebracht is gebruikt voor het zoeken naar personen met de naam Hesselink, die tot "mijn" clan behoren. In Amsterdam, Rotterdam en vele andere plaatsen vond ik echter ook andere personen met de naam Hesselink, Hesselinck, Hesseling, Hesselingh, Klein Hesselink, Klijn Hesseling, etc., waarvan ik de gegevens heb genoteerd en in een database van bijna 2000 "losse vogels" vastgelegd. Heel vaak wordt hierbij de herkomst vermeld, wat tot verrassende vondsten kan leiden. Ik stel deze losse vogels graag ter beschikking, maar wil er wel op wijzen, dat ik geen verdere informatie kan verstrekken. Om het beter hanteerbaar te maken heb ik het bestand gesplitst in vrouwen en mannen.

Van mede-genealogen heb ik gegevens gekregen van Hesselink families, die niet tot de mijne behoren. Bv. uit Winterswijk, Sinderen, Groningen en Friesland. Vraagt u maar! Een ander hulpmiddel in uw eigen onderzoek is eventueel een lijst met vermeldingen van de naam Hesselink in het telefoonboek van Nederland uit 1989.

Helaas heb ik weinig tot niets over Hesselink families uit Twente en Drente in de aanbieding. Dat geldt ook voor een aantal plaatsen in de Achterhoek, zoals Hengelo, Borculo, Neede, Eibergen. En vrijwel niemand in mijn collectie was Rooms-Katholiek.

Zin in een Hesselink DNA test? Ik wel misschien.

Tenslotte: De naam Hesselink komt in Nederland best wel vaak voor. Op een kaartje kunt u de verspreiding bekijken. Niet meer dan ongeveer 5% van het totaal kan tot mijn familie worden gerekend.

Fusie van blog en homepage

Op korte termijn gaat er op GIJS'geneaLOG iets veranderen. Momenteel heb ik naast dit blog nog een genealogische webstek, http://www.geneaal.nl/, die al sinds meer dan 6 jaar actief is. De informatie ('content') die daar staat wil ik integreren in het blog. De methode is simpel: Vrijwel alle html-pagina´s zullen als afzonderlijke berichten hier op dit blog verschijnen. De aansturing ervan zal niet alleen op de normale wijze vanuit het archief, maar ook via links in een nieuw te creëren sectie 'Specials' in de linkerkolom mogelijk worden. Het is niet de bedoeling, dat het 'geneaal'-domein geheel gaat verdwijnen, maar de functie zal beperkt worden tot een portaal (in het Engels, Duits en Nederlands) naar de genealogische database en naar dit blog.

Ik hoop hiermee de interactie met u te verbeteren.

Overigens wordt de wisselexpositie verplaatst van de ereplaats linksboven naar een plek verder naar beneden. Zo blijft het allemaal lekker in beweging!

5 november 2007

Voor gevorderden

Als 'genealogie voor gevorderden' mag je gerust het wetenschappelijke artikel van Sigrid Weigel "Genealogy - On the iconography and rhetorics of an epistemological topos" typeren. Mij is gebleken, dat het geen eenvoudige lektuur is. Zo gevorderd ben ik dus ook weer niet. Dat ligt niet alleen daaraan, dat het Engels doorspekt is met vaktermen. Laat dit u niet ervan weerhouden, op de link naar het artikel te klikken, want alleen al de deels middeleeuwse afbeeldingen zijn het aanzien meer dan waard (bijgaande illustratie is er een van). Ook een verdere bestudering van de inhoud van het artikel is zeker aan te bevelen, met de nadruk op bestudering. Het gaat met name over de geschiedenis van het weergeven van genealogische structuren door middel van schema's, overzichten en iconografie, waarbij de boomvorm centraal staat. Met een goede kennis van de Engelse taal , en daarnaast een goed woordenboek en/of lexicon, moet het uiteindelijk wel lukken. Ikzelf ga er nu mee aan de slag! Wellicht kom ik er later op deze plek nog eens op terug. U ook?

4 november 2007

Apostel Paulus

Kent u ook mensen, die stamboomonderzoek de grootste onzin van de wereld vinden? Ik wel, er zitten nogal wat familieleden van mij bij ook. "Ieder zijn meug" sprak de boer, en hij at paardevijgen. Hobby's zijn heel vaak voor anderen dan de hobbyist zelf een belachelijke bezigheid, ga het maar bij uzelf na. Ook de apostel Paulus vond genealogie maar niks. Hij is daar in verschillende bijbelteksten volstrekt duidelijk over. 1 Timoteus 1 vers 4: "Je moet voorkomen, dat bepaalde mensen daar een afwijkende leer onderwijzen en zich verdiepen in verzinsels en eindeloze geslachtsregisters". Even verder vindt hij dit "zinloos gepraat". Ook in zijn brief aan zijn vriend Titus heeft hij het erover. Hoofdstuk 3 vers 9: "Maar houd je verre van dwaze speculaties en geslachtsregisters en dat geruzie en geredetwist over de wet, want dat is allemaal nutteloos en dwaas". Wat moet je daar als christen in en van deze tijd mee? Je hobby aan de kant doen? Op internet vond ik over dit thema nauwelijks Nederlandse commentaren, maar wel Amerikaanse. Deze zetten de teksten in het juiste prespectief. Het duidelijkst vond ik David Ralston, het is hier na te lezen. Zijn betoog komt erop neer, dat het in Paulus' tijd kennelijk voor tot het Christendom bekeerde Joden niet ongebruikelijk was door middel van geslachtsregisters aan te tonen, dat men met joodse wortels toch een bijzondere positie innam. Zo behoorden zij tot het door God uitverkoren volk. Daar werd stevig over gedebatteerd en bracht onrust in de gemeente teweeg. In het Jodendom was genealogie een serieuze zaak. Ze waren gewoon trots op hun voorouders. Paulus vond het een ondergeschikt thema en veroordeelde het gekrakeel erover: "Maak je niet zo druk!"

David Ralston komt tot de conclusie, dat genealogisch onderzoek in de Bijbel niet wordt verboden. Wat de gemiddelde genealoog heden ten dage doet is niet te vergelijken met de praktijken van de eerste, met name joodse, Christenen. Gelukkig maar, GIJS'geneaLOG kan nog even blijven bestaan!

Afbeelding: Andrei Rublev. Apostel Paulus, ca. 1420. Tempera op hout. 160 x 109 cm. Tretyakov Gallery, Moskou, Rusland.

1 november 2007

Stil Vliedt

Wat ik gisteren bij mijn bijdrage getiteld Stil natuurlijk meteen had moeten doen is een Google Earth kaartje bijvoegen. Dat verzuim wordt nu goedgemaakt. Ten overvloede heb k de naam van de zathe Stil Vliedt in rood aangegeven. Zoek de verschillen! Het is zeker wel een reden om bij een volgend bezoek aan Friesland ter plekke eens te gaan kijken.

31 oktober 2007

Stil

Officieel ging de site met het archief van de oudste krant van Nederland, de Leeuwarder Courant, op 24 oktober jl. online. Maar al enkele weken eerder was het een dag of wat mogelijk te zoeken in de kranten van 1752 tot heden, hoewel toen lang niet alles al beschikbaar was. Die kans heb ik gegrepen en mij vooral gericht op de familienaam Stilma. Dat die naam mij interesseert mag geen wonder heten, mijn vrouw heet zo. Ik schreef al eens over de oorsprong van deze naam. In 1811 nam een zekere Marten Rientses, boer in het Friese Rauwerd, de naam Stilma aan. Alle Stilma´s in Nederland stammen van hem af. Waarom hij juist voor die naam koos was tot nu een raadsel. Hoe kom je erbij voor een dergelijke naam te kiezen, als je het helemaal voor het zeggen hebt? Het Meertens Instituut, toonaangevend in Nederland op het gebied van de betekenis en oorsprong van familienamen, geeft ook geen mogelijke verklaring. Wel is gesuggereerd, dat Marten Rientses wellicht een stil persoon was. Bijnaam: 'De Stille'? Bij het zoeken ben ik op een advertentie uit 1839 gestuit, waarin sprake was van Marten Rientses Stilma, boer op de zathe 'Stilvliet' onder Rauwerd. Het kwartje viel niet bij mij. Dat gebeurde pas verleden week, toen een andere onderzoeker van de Stilma familiegeschiedenis, Piet Stilma, mij op dezelfde advertentie wees en zelfs bijgaand plattegrondje meestuurde, waar duidelijk de zate Stil Vliedt even ten zuidoosten van Rauwerd is ingetekend. Hij vond het waarschijnlijk, dat de naam van de boerderij geleid heeft tot de familienaam. Ik ben het met hem eens, dat de overeenkomst tussen Stilvliet en Stilma nauwelijks op toeval kan berusten (misschien heeft Marten in 1811 zelfs wel zitten dubben tussen Vlietstra en Stilma!). Hard bewijs is er natuurlijk niet voor, maar het raadsel lijkt opgelost.

De site van de Leeuwarder Courant is kennelijk onder zijn eigen succes bijna bezweken. De bereikbaarheid laat de eerste week zeer te wensen over. Hebben ze daar geen rekening gehouden met de te verwachten aandrang van de talloze stamboomonderzoekers, die zich niet alleen voor de familieadvertenties interesseren, maar ook voor de historische context? Het heeft er alle schijn van. De genealogen zouden best eens de grootste bezoekersgroep kunnen zijn. Vraag het maar aan het archiefwezen.

23 september 2007

Hirokazu en Kazuhiro

Wanneer ik door een straat loop, dan kijk ik er bijna automatisch naar: Naambordjes op huisdeuren. Is er een bekende naam bij? Waar zou die bewoner vandaan kunnen komen? Nou, nou, hier wonen nogal wat Marokkanen. Dat zijn zo van die gedachten, die dan door je hoofd kunnen spelen. Namen zijn belangrijk, je naam onderscheidt jou van anderen. Niet dat er geen anderen met jouw naam kunnen rondlopen, maar toch. In mijn genealogisch namenbestand zitten duizenden verschillende achternamen, om van de voornamen nog maar te zwijgen. Heel gewone, maar ook nogal wat opvallende. Buitenlands klinkende namen, middeleeuwse namen, typisch Friese namen, dubbele en zelfs driedubbele achternamen (Lobrij van Troostenburg de Bruijn), fantasievolle combinaties van voornamen (meneer Ludwig Felix Richard Paul Cornelis Alijander Brandts Buijs, inderdaad uit een familie van musici). Stel, dat we allemaal hetzelfde zouden heten! Of alleen een nummer waren.... Nee, geef mij maar ons systeem van bijna onbeperkte voornaamkeuze (sinds het begin van de 19e eeuw ligt onze familienaam vast en moet je nogal wat moeite doen om deze te veranderen).

Internationale huwelijken kunnen aanleiding zijn tot bijzondere naamgevingen. Een frappant voorbeeld is mijn neef, die met Tomie (een Japanse) is getrouwd. Zij kregen onlangs een tweeling, die zij Anton Hirokazu, resp. Vincent Kazuhiro hebben genoemd. Een glimlach kon ik eerlijk gezegd niet onderdrukken, toen het kaartje op de mat was gevallen. Bij Anton en Vincent mag gedacht worden aan een bekende componist, resp. kunstschilder, maar daar gaat het natuurlijk niet om. Een mailtje naar mijn neef verschafte opheldering en ik citeer:

"Hirokazu and Kazuhiro zijn hele gewone Japanse jongensnamen, die we hebben samengesteld met als uitgangspunt de karakters waarmee de namen van Tomie's beide ouders worden geschreven. "Hiro" komt van Hiroko, Tomie d'r moeder, and "Kazu" komt van Ken'ichi, Tomie d'r vader, van wiens naam het karakter "ichi" ook als "kazu" kan worden uitgesproken. De geschreven karakters zelf hebben natuurlijk ook nog betekenissen: "hiro" betekent "overvloedig," en "kazu" ("ichi") "no. 1", maar wij hebben deze karakters zelf niet in het Japanse bevolkingsregister laten registreren . Onze jongens staan daar gewoon phonetisch in het zogenaamde /hiragana /(syllaben-schrift) te boek".

Mij dunkt, toch geen alledaags geval. Tenzij je in Japan woont.

Tot slot nog enkele links naar websites, die zich met namen bezighouden:


Familienamen in Nederland
Oude vleivormen en varianten van voornamen
Alles over familienamen
Het namenportaal, alles over voornamen en familienamen in België
Databanken Meertens Instituut

Ik vrees, dat een zoektocht naar Kazuhiro en Hirokazu daarbij geen resultaat zal opleveren.

17 september 2007

Reders

Nederland, de Lage Landen aan de Noordzee, is vanoudsher een zeevarende natie. 'Britain rules the waves', maar ze hebben daar de kunst wel eerst van ons afgekeken! In vroeger eeuwen leefden vele Nederlanders van de wind, zou je kunnen zeggen. Het was immers de tijd van de zeilvaart. Ook in de familiestambomen zie je de beroepen terug: scheepstimmerman, scheepschirurgijn, zeilmaker, werfarbeider, kapitein, bottelier, stuurman, matroos, loods en wat al niet meer. De zee was onze grootste vijand, maar ook onze werkgever. Degene, die een schip bezit om daarmee geld te verdienen, wordt een reder genoemd. Hij heeft dus een rederij. Die heb ook ik in mijn voorgeslacht. Daarbij denk ik bijvoorbeeld aan Cornelis Leenderts Denick (1588-1640) uit Maassluis ('Maeslantsesluys') en zijn zonen. Zij vervoerden en verhandelden goederen naar vele Europesche landen.


Tot mijn verrassing hielden ook de Winschoter notarissen Jan Fresemann Viëtor (1784-1852) en zijn zoon Berend Haitzema Viëtor (1817-1877) er als nevenaktiviteit een rederij op na. Of was het zelfs hun voornaamste bron van inkomsten? Ze bezaten een uitgebreide vloot, bestaande uit tweemastschoeners, galjoten, schoenerbrikken, barkschepen en kofschepen (zie afbeelding) met tonnages variërend van ca. 130 tot 200 ton. Het vaargebied bestond voornamelijk uit de Noordwesteuropesche wateren (Engeland, Duitsland, Skandinavië). En Nederland uiteraard. De schepen zouden gebouwd zijn op een werf in vermoedelijk Statenzijl (provincie Groningen), die mogelijk ook in het bezit van de familie was, maar dit is niet geheel duidelijk. In de scheepsnamen kom je de hele familie tegen: Egberdina Anna, Anna Elisabeth, Jantina, Klaziena Aidina en ga zo maar door. In de mij bekende familiepapieren staat niets over deze rederij. Weet iemand, of er afbeeldingen van de schepen bestaan? Is verder iets bekend over de werf in Statenzijl (dan wel Beerta Oudezijl of Nieuw Beerta)? In welk archief zou er nog iets over kunnen worden gevonden?

Een eervolle vermelding voor een goed antwoord ligt in het verschiet. En nou niet allemaal tegelijk!
Voor de echte liefhebbers heb ik een lijst van de schepen opgenomen in een reactie (klik op de link onder dit bericht).

30 augustus 2007

Moederreeks

Stamboomonderzoek kan diverse vormen aannemen. Het meest komt waarschijnlijk de kwartierstaat voor, waarbij de onderzoeker begint bij bv. zichzelf en dan gaat vaststellen, wie zijn ouders (2), grootouders (4), overgrootouders (8), betovergrootouders (16) enzovoort waren. Populair is ook de genealogie (of nakomelingenoverzicht) van een persoon, die leefde in het verleden. In mijn geval is dat bijvoorbeeld Harmen Hesselink (1619-ca. 1685), die getrouwd was met Derksken Becking. De eenvoudigste vorm is misschien wel de stamreeks. Dit is een overzicht van ´de vader van de vader´. Van mij uit geredeneerd dus mijn vader, diens vader, diens vader, etc., tot dat je uitkomt bij de oudst bekende voorvader. Kenmerkend in verreweg de meeste gevallen is de eensluidende familienaam, in elk geval vanaf 1811 (daarvoor kan het anders zijn, want niet altijd werd een vaste familienaam gevoerd). Dat maakt het tot een overzichtelijk geheel en het aantal personen blijft zeer beperkt. Een variant van de stamreeks, die in de laatste jaren steeds meer aandacht krijgt (en verdient!), is de zg. moederreeks. Daarbij gaat het dus om ´de moeder van de moeder´. Die hebben steeds weer een andere familienaam uiteraard. In mijn geval zijn dat achtereenvolgens, te beginnen bij mijn moeder: van der Vliet (1908-1965), Snel (1878-1943), Duinker (1852-1924), Venker (1815-1887), van Leeuwen (1786-1869), Habbie (1747-1832), Scheeper (1708-na 1754), Beeking (ca. 1678-na 1742). Verder terug ben ik in deze reeks nog niet gekomen. De details zijn terug te vinden in mijn database. Het spreekt bijna vanzelf, dat er bij iedere vorm ook weer varianten mogelijk zijn, bv. inclusief broers en zussen en misschien zelfs met hun partners en kinderen. The sky is the limit, maar mijn advies aan u is, wanneer u beginnend genealoog bent, stel beperkingen aan de groep, die u bij uw onderzoek wilt betrekken. Anders wordt het al gauw onhanteerbaar.

Van Ineke Smit kreeg ik een dezer dagen een afbeelding van haar geborduurde moederreeks toegestuurd. Een idee ter navolging? De moeders hebben het verdiend, en zeker die van mij. Alleen, mijn borduurkunst is nogal beperkt....

16 augustus 2007

Antje

Helemaal aan het begin van de geschiedenis van dit blog had ik het over Antje Scheer en ook over het bevolkingsregister Amsterdam. Er is alle reden om daar nog eens op terug te komen. Bevolkingsregisters zijn in het genealogisch onderzoek naar mijn idee een beetje een stiefkindje, om in het jargon te blijven. In vergelijking met geboorte-, huwelijks- en overlijdensregisters worden ze maar weinig geraadpleegd. Wel zijn ze vaak na 50 jaar openbaar, voor zover ik weet, maar dat wil per gemeente wel verschillen. Vanaf 1850 werd door gemeenten in vastbladige bevolkingsregisters bijgehouden, op welk adres gezinnen woonden. Dat ging per buurt of wijk. Vanaf 1920 mochten gemeenten ook losse gezinskaarten gebruiken. Deze bevatten dezelfde gegevens als de bevolkingsregisters, maar waren in de praktijk uiteraard een stuk handzamer. In 1938 werden de gezinskaarten afgeschaft en vervangen door persoonskaarten. Thans zitten we in het tijdperk van de GBA (Gemeentelijke Basis Administratie voor persoonsgegevens).

O ja, Antje Scheer. Sinds kort is een database met de gegevens uit het Amsterdamse bevolkingsregister van 1852/1853 via internet te raadplegen. Dat is heel bijzonder, want soortgelijke online bestanden ken ik nauwelijks. Er zitten maar liefst 606094 records in de database. Het werkt fantastisch. Soms moet je wel wat langer wachten tijdens het opstarten (vanwege grote drukte?) en ook na een zoekopdracht even geduld hebben, maar dan komen de gegevens op het scherm. Van links naar rechts zijn dat: Boek, blz., straat, voornaam, patronym (of tweede voornaam), achternaam, geboortedatum, geboorteplaats, beroep, geloof en overlijdensdatum. Met name beroep en overlijdensdatum zijn lang niet altijd ingevuld, om begrijpelijke redenen. De uitkomst van de zoekopdracht kan per kolom worden gesorteerd. De zoekmogelijkheden zijn eindeloos. Natuurlijk heb ik naast Antje Scheer ook vele andere namen opgezocht en vaak aanvullende gegevens gevonden. Van Antje een aantal adressen en haar beroep: werkster dan wel schoonmaakster, maar dat wist ik al. De ene keer staat er, dat ze Rooms Katholiek was, de andere keer Nederlands Hervormd. Dat mag de pret niet drukken, de gegevens moeten sowieso worden geverifieerd, want uitblinken in betrouwbaarheid doet het bevolkingsregister niet. Wat de pret zelfs verhoogt, zijn twee van haar woonadressen: Schoorsteenvegerssteeg en Vuile Weespad. Dat voor een schoonmaakster!


Afbeelding: Dienstmeid door Gerard Dou, ca. 1650.

9 juli 2007

't Benne boere

Eigen foto: Het pand Rozengracht 160, eind jaren ´60, waar Café Theo Ruiter gevestigd was. Ik kende het ook van binnen, en hoe! Wat ik toen nog niet wist: Mijn grootmoeder is enkele huizen verderop (op nr. 152) in 1878 geboren en een paar maanden voor mijn geboorte in Laren (N.H.) overleden. Het spannende levensverhaal van Theo Ruiter (1911-1965), 'Zoek me eens op; (Zorgvlied - vak 22 - zerk 481)' is in 1968 in boekvorm verschenen en staat in mijn boekenkast.

Direct na mijn schooltijd in 1963 ben ik, komend uit Overijssel, in de Amsterdamse Jordaan op kamers gaan wonen,eerst op de Bloemgracht, later op de Lijnbaansgracht. Ik had toen het idee, dat ik Amsterdam nooit meer wilde verlaten. Toch gebeurde dat wel in 1970, en nu kan ik mij niet voorstellen, ooit weer daar te gaan wonen. Het kan verkeren.

Misschien voelde ik mij indertijd onbewust wel daarom op mijn gemak, omdat mijn grootouders van moeder's kant uit echte Jordaanse families stamden met adressen op de Lijnbaansgracht, Rozengracht, Rozenstraat, Elandsgracht, enz. Ik heb deze voorouders echter nooit persoonlijk gekend. De bejaarde mensen, bij wie ik inwoonde op de Bloemgracht, ome Willem en tante Jans, waren eveneens echte Jordaners, die ook toen al tot de vaststelling kwamen, dat 'Mokum al lang niet meer Mokum was'. Ze verlangden naar de goede oude tijd. Verder zeiden ze van alle niet-Amsterdammers: 't Benne boere. Toch zullen ook hun voorouders ooit eens van elders naar Amsterdam zijn gekomen, de naam Kieftenbelt duidt daar wel op. Mij althans klinkt het Achterhoeks in de oren.

Dat bracht mij op het idee om te onderzoeken, of ook de voorouders van mijn moeder 'boere' zijn geweest. Haar kwartierstaat (=vooroudertabel) geeft daar een interessante kijk op:

2 ouders: beiden geboren in Amsterdam (100%)
4 grootouders: allen geboren in Amsterdam (100%)
8 overgrootouders: 5 geboren in Amsterdam (63%), 1 in Naarden, 1 op Texel, 1 in Frederiksoord (gem. Vledder).
16 betovergrootouders: 8 geboren in Amsterdam (50%), 2 Texel, 1 Naarden, 1 Weesp, 1 Den Ham, 1 Middelburg, 1 Alkmaar, 1 onbekend.
32 oudouders: 11 geboren in Amsterdam (35%), 4 Texel, 3 Duitsland, 2 Waspik, 2 IJsselstein, 2 Den Ham, 1 Nieuwaal, 1 Weesp, 1 Gramsbergen, 1 Breda, 1 Alkmaar, 1 Woubrugge, 2 onbekend.
64 oudgrootouders: 10 geboren in Amsterdam (16%), 6 Texel, 5 Duitsland, 2 Haarlem, 2 Den Ham, 2 Waspik, 2 Woubrugge, 1 IJsselstein, 1 Gramsbergen, 1 Breda, 1 Alkmaar, 1 Breukelen, 1 Werkendam, 1 Utrecht, 1 Lexmond, 1 Vianen, 1 Zwolle, 1 Muiden, 1 Roosendaal, 1 Den Haag, 1 Uithoorn, 1 Watergang, 1 Terheijden, 1 Abbestede (Callantsoog), 1 Driel, 17 onbekend/onzeker.

U ziet, het Amsterdamgehalte is uiteindelijk niet bijzonder hoog te noemen. Ook mijn grootouders, èchte Jordanezen, waren dus eigenlijk gewoon van 'boeren'afkomst uit alle windstreken. De stad had duidelijk een aanzuigende werking. Ik kan u verzekeren, dat nog verder terug Franse hugenoten, een Brit, nog meer Duitsers, een Vlaming, Achterhoekers, en vele andere plaatsen verspreid over het land in beeld komen. Van bevoegde zijde heb ik mij laten vertellen, dat dit typisch is voor het gros van de Amsterdammers. Nee, niets om heel trots op te zijn. Maar toch, ik hou van Amsterdam en vooral van de Jordaan. Voor een bezoekje dan. Want Mokum is al lang niet meer Mokum.

30 juni 2007

Porder

De volkszanger Johnny Jordaan gaf het al ten beste (Tekst: Pi Variss, muziek: Pi Variss, Harry de Groot):

M'n vader was Porder,
Ik zie hem nog gaan
Wanneer hij des morgens moest porren
Al was het geen vetpot dat Pordersbestaan
Toch deed hij het zonder te morren
Want ondanks z'n armoetje leefde hij blij
En dikwijls dan zei-ie tot mij

Refrein:
De een is gesjochten, de ander weer rijk
We zijn op de wereld niet allen gelijk
De een wordt geboren in een villa of slot
De ander roept mama in een vochtige krot
Maar iets blijft hetzelfde of je arm bent of rijk
Dat is voor ons allen gelijk
Want kijk naar de hemel dan zie je 't meteen
De zon schijnt voor iedereen

Ik denk aan die jaren nog dikwijls terug
Het lijkt me nog zo kort geleden
Geen Porder bestaat meer
de tijd gaat zo vlug
't Verleden wordt nimmer meer heden
Als ik aan die tijd denk hoor ik vader z'n stem
Dan klinken de woorden van hem

Refrein:


Als porder was het dus geen vetpot, maar waar verdiende je je karige loon nou mee? Wel, je was eigenlijk een wekker, je maakte je klanten in je wijk (zo'n stuk of honderd) dus ´s ochtends vroeg wakker om een bepaalde tijd. Dat deed je, door met een stok op de deur of het slaapkamerraam te tikken. Een keer in de week rekende je af en haalde je je centen of dubbeltjes op. Er waren zelfs werkgevers, zoals in Schiedam de jeneverstokerijen, die hun personeel op deze manier lieten wekken, opdat zij op tijd zouden aantreden voor hun werkdag van 14 uur. Rond 1940 waren mechanische wekkers zo betaalbaar geworden, dat het beroep porder is uitgestorven. Latere varianten waren telefonische wekdiensten in de jaren '50, '60 en '70.


Dan is er ook nog de schattiger variant, beschreven in het bakerrijm "De kleine porder" van G.W. Lovendaal uit 1914:

Wie roept daar voor Moe's kamertje:
Doe open, doe open?
Wie klopt daar met zijn hamertje:
Doe open nu de deur?
Ik weet het al! ...
Wie is het dan? ...
Dat's onze kleine Janneman
Die niet meer slapen kan,
Die met zijn dikke vuistjes tromt
En om een morgenzoentje komt.

Hoe kom ik op het thema? Uiteraard heb ik een familielid, die dit beroep uitoefende: Hendrik Snel (1802-1855) te Amsterdam. Daarnaast was hij boekdrukkersknecht.

Waar bent u allemaal voor te porren?

17 juni 2007

Sinterklaas in Ned.-Indië in 1887

Van de tragische hoofdrolspelers van het familiedrama uit 1899, Hendrik Keppel Hesselink en zijn vrouw Josine Jonkheijm, bezit ik een dik schrift, waarin hij hun huwelijksdag op 25 augustus 1881, hun huwelijkscadeaus en huwelijksreis naar Brussel en Parijs beschrijft (ze moeten ook nog in Keulen zijn geweest). Het is in de vorm van een plakboek, compleet met o.a. een toeristische plattegrond van Brussel, tramkaartjes, theaterkaartjes en hotel- resp. restaurantrekeningen. Heel aardig om te lezen en te bekijken en misschien maak ik er nog eens een transcriptie van. Verderop beschrijft hij de geboorte in 1883 en eerste levensjaren van hun dochter Lissie in Toeban en van hun zoon Herman, geb. 1885 in Japara. Hendrik was rechterlijk ambtenaar in Ned.-Indië. Bijna aan het eind verhaalt hij over de Sinterklaasviering op 5 december 1887, waarvan het programma bijgaand is afgebeeld ("Inlandsche bedienden worden in het gebouw niet toegelaten") en ik laat hem verder aan het woord:

"Lissie en Herman verwachten St. Nicolaas die dan ook 's avonds tegen ½ 6 komt. Hij treedt de binnengalerij binnen (in de persoon van Papa, met een toga aan en mombakkes voor, bisschopsmuts op). Lissie is niet bang en komt St. Nicolaas een handje brengen. Herman begint echter te schreeuwen van angst. Toen St. Nicolaas lekkers uitdeelde en cadeautjes waren beide erg tevreden en opgewonden. Lissie merkte aan mama op, dat de suikerboontjes en het andere lekkers van St. Nicolaas er precies zo uitzag als mama het in de goedong had. Om half zeven gingen de kinderen met papa en mama naar het kinderfeest in de societeit, waar St. Nicolaas zich ook vertoonde, waar veel pret werd gemaakt. Lissie trok een mooie ...doos uit de tombola, Herman een tol, beide nog meer andere mooie voorwerpen en de volgende dag gingen ze de schoen, bij mevrouw Diehl gezet en behoorlijk met gras, voor het paard van St. Nicolaas gevuld, halen en bleek dus dat St. Nic: aan Lissie een pop en aan Herman een sabel had toegedacht. Ook bracht St. Nicolaas nog een levend hertje dat wij 's avonds aan een boom op 't erf vastgebonden vonden en waarmee de kinderen veel pret maken."

Wat doet het mij denken aan de Sinterklaasfeesten van de Nederlandse gemeenschap in Hamburg eind jaren '70 van de vorige eeuw! Inlandse bedienden waren ook daar niet te bekennen.


Bij de afbeelding: Op de achterkant staat het "Tarief der Ververschingen" afgedrukt:
Twee Boterhammen met

. Kaas ƒ 0,20
. Eieren ƒ 0,25
. Saucis de Bologne ƒ 0,30
. Ossetong ƒ 0,50
Paté de foie gras (per blik) met Brood ƒ 2,50
Zuur à discrétion.

7 juni 2007

De boom der bloedverwantschap

Vandaag plaatste ik in de linkerkolom een prachtig miniatuur van de beroemde illustrator Loyset Liédet uit Brugge. Eigenlijk is het maar een deel van een soort tweeluik, het complete 'beeldverhaal' ziet u hier. Er zit veel humor in. Ontdek de verschillen! Helaas is de resolutie niet geweldig. In het originele boek zijn deze pagina´s niet direct naast elkaar geplaatst (ik heb dus bijna letterlijk zitten knippen en plakken, en dat in zo´n kostbaar boek!).

6 juni 2007

Het huwelijk nader bekeken

Laatst ontving ik een brochure getiteld "Het huwelijk nader bekeken". Het is een uitgave van Buijten & Schipperheijn, ISBN 905881100x en het verwoordt de visie van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland. Uiteraard zit er nogal wat theologie in en het standpunt van de CGK ten aanzien van o.a. samenwonen en homohuwelijk, resp. hoe als plaatselijke kerken met deze thema´s om te gaan. Omdat dit een genealogisch blog is, wil ik het daar niet verder over hebben, hoewel het mij wel interesseert. De brochure bevat echter ook een historisch deel inzake huwelijksopvattingen in de kerk en de conclusies daaruit neem ik integraal over:

a) Opvallend is de parallel tussen de situatie van de oude kerk vóór Constantijn de Grote en de kerk in onze moderne samenleving. De ont(w)aarding van het huwelijk en de vervaging via allerlei tussenvormen van relaties waren toen en zijn nu aan de orde.
b) De getuigende opstelling van de christenen in de oude kerk bleek o.a. in het niet willen meegaan met de vervaging en vervlakking, maar daartegenover juist opkomen voor de bijbelse visie op het monogame huwelijk.
c) De vroege kerk heeft zich bezonnen op het wezen van het (christelijke) huwelijk. Toen daartoe (vanaf Constantijn de Grote) mogelijkheden kwamen, heeft zij aan die huwelijksvisie maximaal gestalte willen geven in kerk en samenleving.
d) Huwelijk en niet-huwelijk heeft de vroege kerk steeds duidelijk willen onderscheiden.
e) In de oudchristelijke visie is Gods handelen in het huwelijk constitutief; dat geeft aan het huwelijk een hoge waardering. Dan krijgen elementen als bescherming, wederzijdse trouw en hulp een extra diepe dimensie.

Dan de conclusies inzake 1570-1620 in Holland:
a) De gereformeerde kerk heeft het in kerk en samenleving opgenomen voor het hoge karakter en de bijbelse normen van het huwelijk en ze heeft actief meegewerkt aan een goede huwelijkswetgeving.
b) De kerk heeft steeds oog gehouden voor "het gemengde karakter" van het huwelijk, deels politiek, deels kerkelijk/geestelijk van aard.
c) Voor de kerkelijke vergaderingen in Holland was de rechtszekerheid van het huwelijk van groot belang. Daar hebben ze de overheden steeds op aangesproken, waarbij gewezen werd op de bijbelse normen en waarden.
d) In het oplossen van netelige huwelijkszaken hebben de kerkelijke vergaderingen zich voorzichtig opgesteld.
e) Opvallend is de continuïteit tussen de gereformeerde kerk en de oude kerk inzake het bijbels karakter van het huwelijk. De gereformeerde kerk heeft sterk de rechtszekerheid en duidelijkheid van ondertrouw en huwelijk, alsmede het publieke karakter van de huwelijkssluiting, benadrukt.

Een laatste conclusie uit de brochure: De kerk volgt de overheid bij huwelijkssluitingen, maar heeft het recht een eigen lijn in dezen te volgen.

Huwelijk en genealogie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wat de genealoog vooral zal waarderen, uiteraard naast een goed huwelijk, is een goede registratie. Die is, met dank aan Napoleon, vanaf 1811 in Nederland dik in orde. Voor die tijd, en zeker voor 1600, was dat een stuk lastiger.