Translate

30 augustus 2007

Moederreeks

Stamboomonderzoek kan diverse vormen aannemen. Het meest komt waarschijnlijk de kwartierstaat voor, waarbij de onderzoeker begint bij bv. zichzelf en dan gaat vaststellen, wie zijn ouders (2), grootouders (4), overgrootouders (8), betovergrootouders (16) enzovoort waren. Populair is ook de genealogie (of nakomelingenoverzicht) van een persoon, die leefde in het verleden. In mijn geval is dat bijvoorbeeld Harmen Hesselink (1619-ca. 1685), die getrouwd was met Derksken Becking. De eenvoudigste vorm is misschien wel de stamreeks. Dit is een overzicht van ´de vader van de vader´. Van mij uit geredeneerd dus mijn vader, diens vader, diens vader, etc., tot dat je uitkomt bij de oudst bekende voorvader. Kenmerkend in verreweg de meeste gevallen is de eensluidende familienaam, in elk geval vanaf 1811 (daarvoor kan het anders zijn, want niet altijd werd een vaste familienaam gevoerd). Dat maakt het tot een overzichtelijk geheel en het aantal personen blijft zeer beperkt. Een variant van de stamreeks, die in de laatste jaren steeds meer aandacht krijgt (en verdient!), is de zg. moederreeks. Daarbij gaat het dus om ´de moeder van de moeder´. Die hebben steeds weer een andere familienaam uiteraard. In mijn geval zijn dat achtereenvolgens, te beginnen bij mijn moeder: van der Vliet (1908-1965), Snel (1878-1943), Duinker (1852-1924), Venker (1815-1887), van Leeuwen (1786-1869), Habbie (1747-1832), Scheeper (1708-na 1754), Beeking (ca. 1678-na 1742). Verder terug ben ik in deze reeks nog niet gekomen. De details zijn terug te vinden in mijn database. Het spreekt bijna vanzelf, dat er bij iedere vorm ook weer varianten mogelijk zijn, bv. inclusief broers en zussen en misschien zelfs met hun partners en kinderen. The sky is the limit, maar mijn advies aan u is, wanneer u beginnend genealoog bent, stel beperkingen aan de groep, die u bij uw onderzoek wilt betrekken. Anders wordt het al gauw onhanteerbaar.

Van Ineke Smit kreeg ik een dezer dagen een afbeelding van haar geborduurde moederreeks toegestuurd. Een idee ter navolging? De moeders hebben het verdiend, en zeker die van mij. Alleen, mijn borduurkunst is nogal beperkt....

16 augustus 2007

Antje

Helemaal aan het begin van de geschiedenis van dit blog had ik het over Antje Scheer en ook over het bevolkingsregister Amsterdam. Er is alle reden om daar nog eens op terug te komen. Bevolkingsregisters zijn in het genealogisch onderzoek naar mijn idee een beetje een stiefkindje, om in het jargon te blijven. In vergelijking met geboorte-, huwelijks- en overlijdensregisters worden ze maar weinig geraadpleegd. Wel zijn ze vaak na 50 jaar openbaar, voor zover ik weet, maar dat wil per gemeente wel verschillen. Vanaf 1850 werd door gemeenten in vastbladige bevolkingsregisters bijgehouden, op welk adres gezinnen woonden. Dat ging per buurt of wijk. Vanaf 1920 mochten gemeenten ook losse gezinskaarten gebruiken. Deze bevatten dezelfde gegevens als de bevolkingsregisters, maar waren in de praktijk uiteraard een stuk handzamer. In 1938 werden de gezinskaarten afgeschaft en vervangen door persoonskaarten. Thans zitten we in het tijdperk van de GBA (Gemeentelijke Basis Administratie voor persoonsgegevens).

O ja, Antje Scheer. Sinds kort is een database met de gegevens uit het Amsterdamse bevolkingsregister van 1852/1853 via internet te raadplegen. Dat is heel bijzonder, want soortgelijke online bestanden ken ik nauwelijks. Er zitten maar liefst 606094 records in de database. Het werkt fantastisch. Soms moet je wel wat langer wachten tijdens het opstarten (vanwege grote drukte?) en ook na een zoekopdracht even geduld hebben, maar dan komen de gegevens op het scherm. Van links naar rechts zijn dat: Boek, blz., straat, voornaam, patronym (of tweede voornaam), achternaam, geboortedatum, geboorteplaats, beroep, geloof en overlijdensdatum. Met name beroep en overlijdensdatum zijn lang niet altijd ingevuld, om begrijpelijke redenen. De uitkomst van de zoekopdracht kan per kolom worden gesorteerd. De zoekmogelijkheden zijn eindeloos. Natuurlijk heb ik naast Antje Scheer ook vele andere namen opgezocht en vaak aanvullende gegevens gevonden. Van Antje een aantal adressen en haar beroep: werkster dan wel schoonmaakster, maar dat wist ik al. De ene keer staat er, dat ze Rooms Katholiek was, de andere keer Nederlands Hervormd. Dat mag de pret niet drukken, de gegevens moeten sowieso worden geverifieerd, want uitblinken in betrouwbaarheid doet het bevolkingsregister niet. Wat de pret zelfs verhoogt, zijn twee van haar woonadressen: Schoorsteenvegerssteeg en Vuile Weespad. Dat voor een schoonmaakster!


Afbeelding: Dienstmeid door Gerard Dou, ca. 1650.