Translate

26 november 2006

Viëtor

U hebt haar hier al eens ontmoet, toen ze al tegen de zeventig liep: Mijn betovergrootmoeder Egberdina Anna Viëtor. Nu een fotoportret van haar toen ze nog een stuk jonger was (rond de veertig? Dan is dit een portret uit 1860!) en ik moet zeggen, zij was zeker geen onaantrekkelijke vrouw. Ergens heeft zij iets Mona Lisa-achtigs. Geboren in Winschoten op 11 juli 1819 als dochter van Jan Fresemann Viëtor en Jantien Haitzema, trouwde zij op 20-jarige leeftijd met Herman Gijsbert Keppel Hesselink (1811-1888). Uit dit huwelijk werden 14 kinderen geboren, waarvan enkelen jong zijn overleden. Zij overleed op 4 oktober 1902 in het Gelderse Renkum. Viëtor is Latijn voor "Kuiper" of "Kuipmaker" (vergelijkbaar met de Duitse benaming Böttcher, ein Bottich is een kuip). De oudst bekende naamdrager, Gerhard Viëtor, geboren ca. 1570 in het Oostfriese Filsum, was predikant en mogelijk is hij het, die als eerste deze latijnse vorm van de naam gebruikte. Veel dominees deden dat zo, het begon vaak al bij de inschrijving op de universiteit. Van Egberdina Anna's voorvaderen zijn een aantal portretten bewaard gebleven, die ik bij gelegenheid hoop te kunnen laten zien. Kiek mol wedder in!

25 november 2006

Juweeltje

Na al het (e)migratiegeweld van de laatste tijd wil ik nu maar weer eens gewoon een familieportret laten zien. Gewoon zei ik? Buitengewoon! Want ik vind het een juweel van een foto, genomen rond 1916 in een studio. Het decor is daar typisch voor. Maar wie zijn dit? De ouders zijn Engbertus Hesselink (1879-1930) en Hendrika Elisabeth Catharina van de Kamer (1874-1967). Hij bosbouwkundige en houtvester, zij godsdienst-onderwijzeres. Hun vier kinderen zijn (er zou in 1919 nog een zoon worden geboren): bij vader op schoot zit Bertha (geb. 1913). Zij studeerde rechten. Staand naast zijn moeder is Bart (geb. 1911). Hij werd planter in Indië en hield zich later bezig met bv. de ruilverkaveling op Texel. Kort geleden bezocht ik hem nog en het gaat hem heel goed. Regelmatig komt hij ook op bezoek bij GIJS'geneaLOG, want zijn PC wordt nog veelvuldig gebruikt. Het meisje zittend is Nicolette (1909-1983). Zij heeft heel lang bij de kinderbescherming gewerkt en is te vroeg bij een verkeersongeval om het leven gekomen. Tenslotte zittend helemaal rechts mijn vader Herman (1908-2003), die een technische opleiding kreeg en in het vervoerswezen terecht kwam (bus- en trambedrijf).
De foto werd eerder op het internet gezet door Docman.

24 november 2006

Gereformeerden overzee

Een paar jaar geleden verscheen van de hand van Agnes Amelink het boek "De Gereformeerden", dat hoge verkoopcijfers haalde. Uitgeverij Bert Bakker liet nu haar nieuwe boek "Gereformeerden overzee" het levenslicht zien. Het past goed bij mijn laatste bijdragen op dit blog. 5% van de Nederlandse bevolking emigreerde tussen 1945 en 1955. De meesten gingen naar Canada, de V.S. en Australië. Maar liefst 31% van hen was gereformeerd. Het was al met al geen pretje, die overtocht per troepentransportschip, en de eerste tijd in het nieuwe vaderland. Vijf toiletten en douches per 80 zeezieke opvarenden. De beloofde boerderijen waren eerder kippenhokken. Slapen op de grond, de ratten liepen over je gezicht. Heel erg hard werken was de beste methode om op te klimmen. De huisvrouwen hadden het verreweg het slechtst, ze werden verteerd door eenzaamheid en heimwee naar hun familie in Nederland. De taal beheersten ze nauwelijks. Hun enige houvast was de zondagse kerkdienst. Er werden al gauw eigen kerken in elkaar getimmerd. Ze sloten zich in de regel aan bij de CRC (Christian Reformed Church), een kerk gesticht door Nederlanders zo'n 100 jaar eerder. Het kerkelijk leven werd geheel naar Nederlands model ingericht, met organisaties op elk gebied. Er was ook een groot netwerk van scholen. Alle gereformeerden van welke Nederlandse richting dan ook (Hervormd, gereformeerd, christelijk gereformeerd en gereformeerd vrijgemaakt) zaten samen in één kerk. Met niet voor lang, de eerste vrijgemaakte kerken werden in 1950 gesticht. Nu zijn het er al vijftig met 16000 leden. Later gingen ook de Hervormden en de Christelijke Gereformeerden hun eigen weg. Vanwege de kwestie "vrouw in het ambt" volgde ook nog een scheuring in de CRC. Het lijkt precies op de Nederlandse verhoudingen. De schrijfster heeft met veel mensen gesprekken gevoerd, met de immigranten zelf, maar ook met hun kinderen en kleinkinderen. Bij elkaar levert het een boeiend en levendig beeld op van de gereformeerde emigranten.

Dit artikel werd ontleend aan het blad "Opbouw" van de Nederlands Gereformeerde Persvereniging van 24 november 2006.

19 november 2006

Migranten

Een auto van Stilma Verhuizingen te Sneek (zoals alle Stilma's familie van mijn vrouw dus).

In mijn vorige bijdrage had ik het over emigranten, mensen dus, die het land verlaten met de bedoeling zich min of meer blijvend in een ander land te vestigen. Nu gaat over het migranten, mensen die binnen Nederland verhuizen. Dit gebeurt al eeuwen lang, en men trok vroeger vaker van het platteland naar de stad dan omgekeerd. Meestal had dat economische motieven, maar het gebeurde ook regelmatig, dat de liefde in het spel was. Dat meisje uit Amsterdam trof op de kermis die leuke jongen uit Breukelen, om maar iets te noemen. Verkering, misschien raakte ze wel zwanger, en vervolgens werd er getrouwd. Waar gingen ze wonen? In dit geval misschien wel in Amsterdam, maar het kan evengoed zijn, dat het Breukelen werd. In vroeger eeuwen was er geen goede bevolkingsadministratie, dus kan het als genealoog van nu lastig zijn ze in hun latere leven op te sporen. Hoe daar mee om te gaan? Nou, ze trouwden en dat gebeurde vroeger heel vaak in de kerk. De dominee of pastoor tekende dit huwelijk aan in een register en daar schreef hij heel vaak bij, waar het stel vandaan kwam. In ons voorbeeld "hij j.m. van Breukelen, zij j.d. van Amsterdam" (j.m. is jongman, j.d. is jongedochter, wat betekent, dat beiden niet eerder gehuwd waren). Om zijn ouders te vinden ligt het dus voor de hand om als eerste in Breukelen te gaan zoeken. Maar het kan ook ingewikkelder zijn, want hij komt niet uit Breukelen, maar bv. uit Molguern. Molguern? Jazeker, zo staat het in dat trouwregister, ik kan er ook niets aan doen. Aan dit probleem heb ik ooit lang zitten puzzelen, want waar ligt dat verdraaide Molguern? Als je de naam intikt in Google, dan komt er een Noorse genealogische site. Was de bruidegom een Noor? Zou kunnen zijn, ook bij een naam als Sijme Wijngaars. Maar het bleek anders te zijn. Want Molguern (met diverse andere schrijfwijzen) komt voor in een plaatsregister in het Amsterdamse gemeentearchief, dat speciaal voor dit soort gevallen is aangelegd. Er staan veel buitenlandse plaatsen tussen. Tegenwoordig is dit register ook op internet te raadplegen. En dan blijkt Molguern een verschrijving te (kunnen) zijn van Molkwerum in Friesland. Gelukkig zijn de kerkregisters van die plaats bewaard gebleven en kon Sijme daarin ook worden aangetroffen. Ook al via internet op de Tresoar site. Wat is dat internet (en zijn al die vrijwilligers, die dit soort gegevens in computers kloppen) toch een zegen voor een stamboomonderzoeker.

12 november 2006

Emigranten

Het regeringsschip "Groote Beer" volgepakt met emigranten vertrekt in 1952 vanaf de Rotterdamse Wilhelminakade naar Canada.

Emigratie naar Amerika is iets, wat zeker sinds het midden van de negentiende eeuw voor Nederlanders bijna aan de orde van de dag is geweest. Vele tienduizenden zijn naar de Verenigde Staten en Canada vertrokken om nooit meer naar het verre vaderland terug te keren. Voor genealogen werpt dit speciale problemen op. Waar gingen de mensen naartoe? En wanneer vertrokken ze precies? En hoe? Trouwden ze daar en kregen ze nageslacht? Lastig lastig. Natuurlijk zijn er wel hulpmiddelen. Allereerst de sites Ellis Island en Castle Garden, waar passagierslijsten kunnen worden ingezien. Er is een zeer goede zoekfunctie. Het betreft hier de registratie van iedereen, die Amerika vanuit Europa binnenkwam. Zo interessert mij de naam Stilma, die ik daarin ook tegenkwam en waar werd verwezen naar een familielid in Michigan met de naam Stillman. Waar ik ook graag in zoek is de SSDI (Social Security Death Index), waarin iedere Amerikaan is opgenomen, die een Social Security Number (zeg maar Sofinummer) had en die is overleden in de Verenigde Staten. De waarde daarvan werd mij vandaag weer duidelijk, toen ik zocht naar 'Stillman' in Michigan. Voltreffer! Wat ik nooit heb geweten, is het feit, dat diverse kinderen van het echtpaar Eeltje Martens Stilma (1866-1917) en Murkjen Sytzes Hilverda (1870-1940) zich in Michigan 'Stillman' zijn gaan noemen. Wel was mij bekend, dat zij tussen 1916 en 1926 naar Amerika waren vertrokken. Nu kan ik het spoor weer oppikken, want de Stillmans wonen nog in Michigan. Tenslotte wil ik u wijzen op de site van het tijdschrift The Windmill Herald, waar heel veel familieberichten en genealogische overzichten van Amerikanen en Canadezen met een Nederlandse achtergrond in staan. Ook daar kan op naam of bv. herkomstplaats worden gezocht.

Tot 30 november kan in nog een aantal andere Noord-Amerikaanse immigrantendatabases gratis worden gezocht op deze site. Maak er gebruik van!

7 november 2006

Oud schrift

Helaas moet ik bekennen geen held te zijn in het ontcijferen van oude geschriften. Ja, die uit de 18e eeuw gaan nog wel, maar vóór die tijd wordt het soms al knap lastig om de tekens te begrijpen. Voor een zichzelf respecterend genealoog, die er ook niet voor terugschrikt verder in de geschiedenis terug te gaan, is het ontbreken van voldoende kennis zeker een gemis. Was ik altijd te lui om het goed te leren? Waarschijnlijk wel. Terwijl ik best wel over voldoende oefenmateriaal beschik. Zo heb ik het werkboek van het CBG "Zo schreven onze voorouders" ooit eens aangeschaft. Maar het aardigste boekje dat ik heb is zeker het geheel gecalligrafeerde "Het Nederlandsche handschrift in 1600", uitgave W Bogtman, Haarlem 1973 (oorspronkelijke uitgave is uit 1933, in tegenstelling tot wat de titel suggereert behandelt het boekje de gehele 17de eeuw). Daar staan ook een aantal verschillende schrijfwijzen van alle letters van het alfabet in. Als voorbeeld heb ik de bladzijde met de w gekopieerd (klik op de afbeelding om deze groter te maken). U merkt, 8 manieren om de w te schrijven. Ziet het er ingewikkeld uit? Ik vind van wel. Een reden om het niet te gaan leren. Of juist wel? Er zijn cursusmogelijkheden genoeg. Bijna ieder rijksarchief en veel grotere gemeentearchieven bieden regelmatig een training aan. Ook hier in Alkmaar. Het wordt tijd er eens gebruik van te maken. Internet biedt eveneens een oplossing en wel op Genea-Lokaal (klik op Paleografie).

3 november 2006

Filmheld

Op 17 november 1992 overleed hij aan de gevolgen van een gebroken heup, 98 jaar en een week oud. Wie? Daan Keppel Hesselink natuurlijk, wie anders! Een heel bijzondere man, die enkele maanden eerder nog door de krant werd geïnterviewd in verzorgingstehuis Vreedenburg te Arnhem. Een ras-entertainer, die in 1932 de revue schreef voor de 40-jarige voetbalclub Vitesse en in 1917 al acteerde tijdens de feestavond bij het zilveren jubileum van die club. Deze week kwam ik er achter, dat hij in 1919 ook acteerde in films van F.C.W. Jordans ("Wilde haren" en "De gestreepte domino"), waarbij de toen 16-jarige Jeanne van Tussenbroek, met wie hij in 1929 trouwde, zijn tegenspeelster was. Na een (kinderloos) huwelijk van 60 jaar overleed Jeanne, tot Daan's groot verdriet.

Daan was niet alleen filmheld, entertainer en showman, maar ook sporter. Op het onderdeel schoonrijden (op de schaats dus), dat ook bij Vitesse werd beoefend, werd hij twee maal nationaal kampioen: eenmaal individueel en eenmaal bij het schoonrijden voor paren (samen met zijn Jeanne!). In 1938, toen Beatrix werd geboren, maakte hij een revue voor een operettegezelschap en koor en voerde regie over ongeveer honderd man. Wat hij bijna nog het liefste deed, en dat tot het eind van zijn leven, was declameren en zingen. Hij werd niet voor niets de 'Toon Hermans van Vreedenburg' genoemd. Regelmatig gaf hij een One Man Show.

Van beroep was Daan eigenlijk wijnhandelaar, later medewerker van de Arnhemse VVV. Samen met Jeanne zorgde hij voor advertenties in het blad Hervormd Arnhem en de Betuwe. In latere jaren is hij zich zeer sterk met het christelijk geloof gaan bezighouden. Vandaar zijn andere bijnaam: 'Des Heren wonder-Daan'. Met de Kerst 1992 zou hij het evangelie opzeggen, maar enkele weken daarvoor kwam er een eind aan zijn aardse leven. En niet te vergeten, Daan was de jongste broer van de sneltekenaar en karikaturist
Mr. Max, over wie ik vorig jaar al schreef.

Op de foto rechts Daan Keppel Hesselink, links mijn vader Herman Gijsbert Hesselink ca. 1991.
Foto: W. Hesselink-Schraa.