Rijke Gouden Eeuwers
Onlangs werd door het Rijksmuseum in Amsterdam in samenwerking met het tijdschrift Quote de lijst van de rijkste 250 Nederlanders uit de Gouden Eeuw gepresenteerd. Op nummer 1: Prins Maurits, met een naar huidige maatstaven omgerekend kapitaal van 1,8 miljard euro. Toch waren in het algemeen niet de edelen, maar de internationale kooplieden het rijkst en dan met name die in Holland en in mindere mate Zeeland. Een belangrijke bron waren de belastingkohieren, waarin vermeld wordt, of men gegoed was (bezittingen had) en hoe hoog de waarde daarvan dan wel was. De onderzoekers stelden de grens op 200.000 gulden. Het kapitaal van de adel zat vooral in grond en de inkomsten kwamen uit ambten, zoals in het landleger, de handelaars hadden bv. pakketten VOC aandelen, investeerden het geld in het bedrijf en ook in huizen. In het begin van de 17e eeuw woonden heel wat kooplieden in huurhuizen, zodat ze hun liquide middelen konden gebruiken voor de handel.
Geld was nodig om macht te verkrijgen, en macht was weer het middel om meer geld te vergaren. Als lid van de vroedschap wist je bijvoorbeeld eerder dan een ander, op welke plekken de stadsuitbreiding plaats zou gaan vinden, waar je van kon profiteren, door de grond bijtijds op te kopen. Er is niets nieuws onder de zon dus. Rijke families trouwden vaak met invloedrijke politici en zo was de economie verweven met de politiek, iets wat je tegenwoordig veel minder ziet.
Wat verder te constateren valt is de inflatie in de loop van de Gouden Eeuw, in het begin was het geld een stuk meer waard dan later. De rijke burgers van toen koesterden wel vaak een 'ideaal van het burgerschap', ook genoemd voorbeeldgedrag. Ze zetten zich in voor sociale projecten en deden ook veel voor de kunst. Zo was Constantijn Huijgens de 'ontdekker' van Rembrandt.
De VPRO heeft o.a. de auteur Kees Zandvliet, historicus van het Rijksmuseum, geïnterviewd. Het is hier te beluisteren. Het boekwerk heet: "De 250 rijksten van de Gouden Eeuw", is uitgegeven door het Rijksmuseum en kost €39,95, online te bestellen. Iets voor Sinterklaas?
Tot slot: In het boek wordt opgeroepen, om voorouders uit de 17e eeuw, die wel heel erg rijk waren, maar niet worden genoemd, aan de auteur door te geven. Hoe staat het met u? Zelf heb ik een aantal voorvaderen in Amsterdam, die zeker niet onbemiddeld waren. Toch die belastingkohieren nog eens doorspitten en dan een telefoontje naar Quote plegen!