Translate

30 maart 2007

Familiearchieven.nl

Wegwijzers voor internet genealogie zijn er in alle soorten en maten. Denk alleen maar eens aan genealogie.startpagina.nl en soortgenoten, of aan Geneaknowhow.net. Het zijn er te veel om op te noemen. Een nieuwe loot aan de (stam)boom is familiearchieven.nl van Carla van Beers. Het bijzondere daaraan is, dat het niet alleen maar om stamboomonderzoek gaat, maar ook verwante gebieden erbij betrekt. Carla schrijft: "een gids en een verzamelsite voor iedereen met interesse voor geschiedenis en nieuwsgierigheid naar verhalen met een historisch en persoonlijk perspectief". De vormgeving vind ik daarbij erg aantrekkelijk. Zo zijn er o.a. rubrieken over brieven, fotografie, egodocumenten, bronnen, reisverhalen, dagboeken. Inderdaad allemaal interessant om de familiegeschiedenis niet alleen handen en voeten, maar ook gezichten te geven. Voor zover ik het kan bekijken bevat de site geen eigen materiaal, maar is het een verzameling links in een modern jasje.

Zelf heb ik natuurlijk ook een eigen favorietenverzameling opgebouwd. Een heel klein gedeelte daarvan bevindt zich op de ´Hesse-LINKS´ pagina op mijn genealogische website.

24 maart 2007

Vermist: Ineke

Iets aparts is de bijdrage van vandaag. Ik zoek iemand, van wie al sinds 1990 de verblijfplaats onbekend is, maar Amsterdam is een goede mogelijkheid. Het gaat om een ver familielid, dat zich noemt "Ineke Keppel Hesselink". Zij is geboren op 24 december 1947 in Den Haag. Beste Ineke, wil je je bij mij melden? Of weet iemand anders iets over haar? Ook haar halfbroer zou het geweldig vinden haar weer te zien.

13 maart 2007

Chirurgijns

Chirurgijns, dat waren toch die kwakzalvers, die in vroeger tijden mensen zonder verdoving een kies trokken? Of als het moest ook een been afzetten? Dat beeld klopt wel zo ongeveer ja, maar kwakzalvers waren het niet bepaald. We zouden nu van vaklieden spreken, het was een ambacht. De chirurgijns werden ook wel heelmeesters genoemd. Ze leerden het vak van een meester chirurgijn en moesten een aantal examens afleggen, voor ze tot het gilde werden toegelaten. Tegenwoordig zou je spreken van 'eerste lijns zorg'. Een lezenswaardig artikel is Het barbiersgilde en chirurgijnsgilde van Rotterdam. De illustratie is ook daaruit afkomstig. Ook andere plaatjes doen je toch nog een beetje huiveren. Er valt o.a. te lezen, dat in wetenschappelijk en in maatschappelijk opzicht de chirurgijn de mindere van de geneesheer was. De academisch gevormde geneesheer hield zich voornamelijk bezig met inwendige ziektes, de chirurgijn mocht zich uitsluitend bemoeien met uitwendige lichamelijke problemen. Hij mocht operaties van enige omvang alleen uitvoeren op aanwijzing of met goedkeuring van de doctor medicinae, die bij de ingreep aanwezig behoorde te zijn. Om hun inkomsten wat op te krikken waren de meeste chirurgijns ook barbier. Pruikenmaken hoorde daar ook bij. U kent nog de witte stokken met de rode windsels aan de gevel van kapperszaken? Het symboliseert waarschijnlijk de stok, waar de arm op leunde bij het aderlaten. Er waren chirurgijns, die een zwervend bestaan leidden. Sommigen waren echt gespecialiseerd in bepaalde operaties, zoals kiezentrekken of breuksnijden. Min of meer gesjeesde chirurgijns zochten vaak hun toevlucht tot het vak van scheepschirurgijn. Daar waren de aanstellingseisen soms lager. Een chirurgijn bij het leger werd ´veldscheerder´ genoemd.

In mijn bestand heb ik een aantal chirurgijns zitten. Voor de verandering wil ik ze hier eens noemen:

Abraham van Heel (1616-1653) te Rotterdam
Abraham van Heel (geb. 1657) te Rotterdam
Jan Maarts (overl. voor 1619) te Westkapelle
Gerard Planten (1683-1758) te Varsseveld
Gradus Planten (geb. 1712) te Batavia
Derk Planten (1707-1748) te Enschede
Derk Planten (overl. ca. 1700) te Varsseveld
Gerrit Jan Planten (geb. 1714) te Enschede
Benedictus Berger (1602-voor 1660) te Amsterdam
Fredrik Noorthoorn (overl. voor 1728) te Amsterdam
Philippus Dooreweert (1668-voor 1727) te Scherpenzeel
Pieter Doorwaart (overl. na 1727) te Amsterdam
Daniel Vogel (overl. voor 1708) te Zaltbommel
Jan Matthias Hesselink (1659-na 1731) te Zelhem
Jacobus de Jonge (1760-1815) te Oude Pekela
Jan Roelofs Rentmeester (1644-na 1701) te Amsterdam
Derck Haselhoff (1600-1655) te Wedde
Lucas Haselhoff (1643-1723) te Blijham
Jan van de Kamer (1756-1779) bij de VOC


Is het naïef van mij te denken, dat deze chirurgijns het ook niet leuk vonden benen te moeten amputeren? Zonder verdoving?

9 maart 2007

De schepping

"En God schiep de genealogen, man en vrouw schiep hij hen. En de genealogen zorgden voor nageslacht (zij waren immers man en vrouw?) en toen wilden alle genealogen weten, waar zij vandaan kwamen, omdat het zo moeilijk was om uit te vinden, waar ze naartoe gingen. De genealogen wilden vooral weten, waarom ze waren, zoals ze waren en ze keken daarbij ook naar hun voorgeslacht. Alles werd hen nauwkeurig mondeling overgeleverd en soms was er ook wel eens iemand, die iets opschreef. En het was avond geweest en het was morgen geweest, en het ging zo maar door en door. Maar het werd steeds ingewikkelder, de genealogen huwden niet-genealogen en ze raakten het genealogische spoor bijster. De geschiedenis werd langer en vager. Hier wist iemand wel iets, en daar een ander, maar ze wisten niets van elkaar. Ze schreven op wat ze wisten, speurden in plaatselijke archieven, correspondeerden erop los en hielden hun gegevens nauwkeurig bij. Toen ontdekten ze de computer en het nut daarvan om het allemaal overzichtelijk te houden. Vervolgens kwam de GROTE DOORBRAAK: de genealogen gingen hun computers met elkaar verbinden en iedereen uit de hele wereld kon daaraan meedoen. Zo bleek, dat ze samen eigenlijk een heleboel wisten en ze konden elkaars gegevens ook nog controleren en corrigeren. Ze trokken conclusies en kwamen samen tot nieuwe genealogische vondsten, die weer tot nieuwe vraagstukken leidden. Want ze wilden weten: wie is de vader en wie is de moeder? Ze probeerden het samen op te lossen. Om die ene vraag te kunnen beantwoorden: "Wie ben ik?" En de genealogen leefden weliswaar niet langer, maar wel gelukkiger."

Dit was mijn antwoord op de vraag van
Bob Coret voor een "1 question interview": "Wat heeft internet de beoefenaars van genealogie gebracht (of wat gaat het brengen)?" Diverse andere mensen hebben al gereageerd, anderen zullen dat zeker nog doen. Nog een reden om Blog Coret in de gaten te houden!

Illustratie: Middenpaneel van "De Tuin Der Lusten" van Jeroen Bosch.

7 maart 2007

IGI (2)

Het Family History Center in Salt Lake City

Precies een maand geleden schreef ik iets over de IGI, de International Genealogical Index van de Mormonen. In de tussentijd ben ik erachter gekomen, dat deze kerk grote plannen met de site Familysearch heeft, blijkens een krantenartikel uit Utah. Voornaamste doelen: de website steeds gebruiksvriendelijker maken, vooral ook voor beginnende stamboomonderzoekers, en steeds meer kerkelijke doop-, trouw- en begraafregisters als afbeelding van het origineel online zetten. Deze staan nu nog op zo'n 2,4 miljoen microfilms. Verder zal het gemakkelijk worden eigen gegevens toe te voegen. Dat zal ook mogelijk zijn van nog levende personen, maar deze zullen niet op de site worden getoond in verband met de privacy. Duizenden vrijwilligers worden ingezet om de gegevens te indexeren. Om een periode van bv. 150 jaar te completeren zullen enkele jaren voldoende zijn.

Familieonderzoek wordt op deze manier steeds gemakkelijker. Sommigen zullen zeggen, dat het daardoor minder leuk en uitdagend wordt. Daar ben ik het geenszins mee eens. Het leuke zit'm namelijk vooral in de kwaliteit van de onderzoeksresultaten, en die wordt door de nieuwe mogelijkheden ongetwijfeld verhoogd. De originele bron kan immers veel vaker worden ingezien, iets, wat eigenlijk altijd gedaan zou moeten worden. Ook zullen steeds meer mensen zich met genealogie bezig gaan houden, zodat het niet beperkt wordt tot de echte freaks. Drempels worden verlaagd. Lekker toch?