Translate

17 juli 2008

Bronvermeldingen

Manneken Pis: Ook een soort bron. Primair of secundair?


Het is 'not done' genealogische gegevens te publiceren zonder bronvermeldingen. In de wetenschap is dit een doodzonde, en genealogie is een hulpwetenschap. Wanneer die bronnen van 'primaire' aard zijn, dan is er niet zo veel aan de hand, wanneer deze in de publicatie achterwege blijven. Primaire bronnen zijn bijvoorbeeld de burgerlijke stand (BS), zoals geboorte-, huwelijks- en overlijdensakten, maar ook de zg. DTB gegevens kunnen daartoe worden gerekend (dit zijn de doop-, trouw- en overlijdensregisters uit de tijd, voordat Napoleon het in ons land voor het zeggen had. Zeg maar 1811). Wanneer je schrijft, dat Pieter Jansen op 23 april 1712 is gedoopt te Leiden, dan kan iedereen dat in principe in het doopregister nakijken. Tenzij de informatie afkomstig is uit bv. een aantekening in een familiebijbel. Dan is het zaak dat te vermelden. Hetzelfde geldt voor gegevens ontleend aan 'secundaire' bronnen, zoals rechterlijke archieven, notariële archieven, waterschapsarchieven, etc.

Hoe zit het met gegevens, die van het internet zijn geplukt? Er zijn ontelbare sites te vinden, die genealogische gegevens bevatten. Je kunt daar voor je eigen gegevensbestand dankbaar gebruik van maken. Indien je deze gebruikt voor je eigen website, moet je dan je bron vermelden? Velen vinden van wel. Ik ken zelfs genealogen, die zich zo ergeren aan het gebruik van hun vaak in moeizame, jarenlange kleinarbeid vergaarde kennis, zonder dat de bron (website) wordt aangegeven, dat zij hebben besloten zulke pareltjes maar helemaal niet meer via het internet aan de wereld te tonen. Zo willen zij voorkomen, dat anderen met hun veren gaan pronken (uit eigen ervaring weet ik, dat je het meest trots bent op juist die gegevens, die heel moeilijk te vinden, cq te reconstrueren waren). Je kunt daar zeker begrip voor hebben, maar of het altijd terecht is?

Door het noemen van de resultaten van je onderzoek op een website worden deze als het ware publiek eigendom. Daar is niets mis mee. Iedereen mag daar verder gebruik van maken. Gebruik, geen misbruik. Onder gebruik versta ik, dat het een kwestie van geven en nemen is. Je gebruikt wat anderen hebben gevonden, maar je stelt ook je eigen onderzoeksresultaten aan de wereld ter beschikking. Op die manier wordt de totale kennis op een hoger plan gebracht. Van misbruik is naar mijn mening sprake, wanneer iemand alleen maar gegevens van het internet zuigt, zonder daar iets (gelijkwaardigs) tegenover te stellen. Al helemaal, wanneer in zo'n geval de bronvermelding achterwege blijft.

Mijn database bevat gegevens van zeer diverse kwaliteit, van hoogst speculatief tot absoluut bewezen. Toch heb ik ooit besloten mijn gehele gegevensbestand openbaar te maken. Wel waarschuw ik er uitdrukkelijk voor, niets te gebruiken voor uw eigen bestand, zonder mijn opinie te vragen over de betrouwbaarheid van het materiaal. Ook kunt u vragen naar de door mij gebruikte bronnen. In veel gevallen zal ik u die kunnen noemen, maar soms sta ik met de mond vol tanden. Dan weet ik het zelf niet (meer). Vooral in het begin van mijn onderzoek heb ik veel fouten gemaakt door niet fatsoenlijk te noteren, waar ik iets heb gevonden. Maar ook dat zal ik u dan zeggen.

Concluderend ben ik van mening, dat het in de genealogie een kwestie is van geven en nemen. U kunt van mij verwachten, dat ik alle nieuwe door mij vergaarde gegevens ook verder ter beschikking stel, onafhankelijk daarvan, hoeveel moeite het mij heeft gekost (mijn database ist wel dringend aan een update toe!). Van uw gegevens zal ik heel graag gebruik blijven maken en ik zal daar op aanvraag ook verantwoording over afleggen. En het belangrijkste bij het onderzoek van een ieder: Noteer de bron!! Uiteraard geldt voor uw publikatie in boekvorm of als tijdschriftartikel of hoe dan ook: Weet zeker, dat alles door bronnen gedekt is. Bronnen, die u zelf hebt geverifieerd.

2 juli 2008

Luctor et Emergo

In juni viel er op GIJS'geneaLOG niets nieuws te beleven. Mijn vrouw en ik waren praktisch de hele maand in West Zeeuws-Vlaanderen, waar wij al heel lang niet meer waren geweest. Wij genoten niet alleen van het strandleven en de scheepvaart op de Westerschelde, maar ook van gehuchten als Turkeije en Moddergat, dorpen als IJzendijke en Groede en stadjes als Sluis en Aardenburg. Van archiefonderzoek heb ik mij verre gehouden, maar er was tijd genoeg om gedurende onze omzwervingen te mijmeren over mijn Zeeuws-Vlaamse voorouders, die in mijn kwartierstaat in beeld komen via Anna Maria van Cruyningen. Zij is zelf in of rond februari 1788 te Middelburg (Walcheren) geboren, waar haar vader Jacobus van Cruyjningen op de hoek van de Goese Koremarkt en de Korendijk meester-bakker was. Hij echter was geboortig van Groede, dat in de buurt van Breskens ligt. In 1769 wordt hij in een notariële akte te Oostburg "ondertrouwd jongman" genoemd, maar de naam van zijn aanstaande heb ik nog niet kunnen achterhalen. Het is best mogelijk, dat zij kort daarop is overleden. In 1786 hertrouwde hij de Duitse weduwe Wilhelmina Caecilia Grambusch, die in 1751 in Wickrath, niet ver van Mönchengladbach, is geboren. Hoe zij in Zeeland verzeild raakte is mij niet bekend. Anna Maria stamt uit dit huwelijk. De stamreeks Van Cruyningen is tot ca. 1570 te volgen en loopt van Groede via de plaatsjes Zuidzande en Cadzand naar Kruiningen (Zuid-Beveland). Andere Zeeuws-Vlaamse voorouders van Jacobus van Cruyningen (en dus van mij) betreffen de namen Van Dijke te Breskens en Groede, Van Dale en Zutterman te Aardenburg, Sohier en Aillie te Groede, om maar enkele te noemen. Al met al een niet onaanzienlijk clubje mensen uit deze streek. Aan Martina Baden moest ik denken, toen wij in Sluis onze ogen uitkeken. Voor nadere gegevens over hen verwijs ik naar de database.

Wie zoekt naar voorouders uit Zeeuws-Vlaanderen kan uiteraard terecht op de site
Zeeuwen gezocht (waar tegen het eind van dit jaar ook de doop-, trouw- en begraafgegevens tot 1811 te vinden zullen zijn, voor zover deze niet verloren zijn gegaan), maar vooral ook eens kijken op de genealogische website van Huib ('Grijsbaard') Plankeel, die bekend is als Breskens-specialist, maar ook veel informatie heeft over de bewoners van naburige plaatsen.

Tenslotte spreekt mij als genealoog de Zeeuwse wapenspreuk Luctor et Emergo zeer aan. Ook in mijn hobby is het maar al te vaak worstelen geblazen, maar als je weer boven komt, dan kraait de victorie! Die, zoals u weet, in Alkmaar begint. Daarmee ben ik weer terug. Het was een leuke vakantie.