Translate

29 december 2007

Alvazaal

Mijn overgrootvader Cornelius Dasse Hesselink (1852-1917) handelde in Spaanse en Portugese wijnen en sherry. De oplettende lezertjes zullen zich dat weten te herinneren. Het monumentale pand in Arnhem is op deze foto uit 1903 afgebeeld. Nou was het niet alleen maar een 'gewone' groothandel, maar het pand herbergde ook een museum met allerlei Spaanse en Portugese voorwerpen, het beroemde Spaansch-Portugeesch Museum. Te denken valt aan keramiek, tektoniek (geologische dingen), bijouterien, planten, dieren en mineralen, en tevens boeken en plaatwerken. Mijn overgrootvader had dit alles in de loop der jaren naar Nederland gestuurd. De ruimte, die daarvoor vanaf 1882 werd gebruikt werd de Alvazaal genoemd. De archivaris van de Alvazaal, J.K.T. Timmermans van Abcoude, heeft een catalogus vervaardigd, die ik een dezer dagen op de kop kon tikken. In het voorbericht noemt hij, dat in "Van Hasselt's Arnhemsche Oudheden" wordt verteld, dat vroeger Graaf Wilhelm Frederik van Nassau, stadhouder van Friesland, eigenaar was en dat 21 juli 1672 Lodewijk XIV aldaar Condé bezocht, die er met een wond aan den linkerarm neêrlag. In deze zaal werd vroeger cour (hof) gehouden en recht gesproken, terwijl de overlevering vermeldt, dat Alva bij zijn verblijf in Arnhem er woonde, naar wie de zaal haar naam kreeg en behield. De zaal was in oud-Hollandse stijl gebouwd en ingericht. Het plafondwerk in Hollands rococo uit de hand gemaakt. De wanden waren voorzien van rood damast zijden behang. Onder de zaal met aangrenzende spreekkamer bevond zich de crypta, waar velerlei wijnsoorten werden bewaard. In vroeger tijden was het de gevangenis geweest. Het pand is in 1917 afgebroken.

28 december 2007

Vergilius

Zo bijna aan het eind van het jaar kun je lekker eens beschouwend bezig zijn. Wat is er dit jaar allemaal gebeurd? Wat was goed en wat iets minder geslaagd? En waar deed je het allemaal voor? Welke kontakten heb je - al dan niet op het wereldwijde web - aangeknoopt, en welke heb je een beetje laten sloffen? In ieder geval had ik internet niet nodig voor het belangrijkste nieuwe kontakt: onze kleinzoon Sebastian van nu precies 16 maanden. Mijn vrouw en ik hebben in 2007 bijna iedere week 1 of 2 dagen op hem gepast, ik ken dan ook ieder hectometerpaaltje op de A9 en de A2 van en naar Utrecht op mijn duimpje. Het was erg leuk om te doen. Een belangrijke rol in mijn leven speelt, het zal u niet verbazen, de genealogie. Ook daar kun je je afvragen waar je het allemaal voor doet. Het is en blijft een vreemde hobby, met die lijken bezig zijn, zoals mijn vrouw het zeer oneerbiedig kan uitdrukken. Het was heel leuk om uit de hele wereld reacties te krijgen op mijn website en blog. En je houdt mensen een beetje levend, die eigenlijk al lang geleden hadden opgehouden te ademen. Dit jaar schafte ik antiquarisch ook een boek aan "Het geslacht Viëtor en aanverwante familiën", geschreven door Mr. H. Haitzema Viëtor in juni 1910. Het omslag geeft een motto, ontleend aan het beroemde heldenepos Aeneis van Vergilius, die leefde rond het begin van onze jaartelling: Stat sua cuique dies, breve et irreparabile tempus Omnibus est vitae, sed famam extendere factis, Hoc virtutis opus. De vertaling staat er bij: Iedere sterfdag staat vast; kort en onherroepelijk is voor allen de tijd des levens; maar zijn naam door daden te doen voortleven, dat is het werk der deugd.

Ja vrouw, genealogie is een deugdzame bezigheid! Ook in 2008.

Afbeelding: Het schilderij ´Aeneas aan het hof van Latinus´ van Ferdinand Bol, Rijksmuseum Amsterdam. Let op de Hollandse setting.

22 december 2007

Attestatie

De protestantse kerken legden lijsten aan van hun gemeenteleden, de zg. lidmatenregisters. Ook katholieke geestelijken hielden lijsten bij, daar heten ze communicantenlijsten. Bij de protestanten kon je lidmaat worden 'op belijdenis', maar ook 'op attestatie' van elders. Verhuisde een belijdend lid, dan moest hij, om in zijn nieuwe woonplaats weer lid te kunnen worden, namelijk een attestatie tonen. Dit was een verklaring van de kerkenraad van de gemeente die hij verliet, waaruit bleek, dat hij tot de belijdende leden behoorde. Bovendien moest duidelijk zijn, dat hij of zij van onbesproken gedrag was. Met dit document verkreeg hij toegang tot het zg. Heilig Avondmaal, maar onderwiep hij zich ook aan uitoefening van de kerkelijke tucht.

Om als protestant lidmaat op belijdenis te worden moest catechisatie worden gevolgd, de kerkenraad je hebben aangenomen, waarna openbare belijdenis des geloofs moest worden afgelegd in een kerkdienst, die doorgaans plaats had op de zondag voor Pasen.


Een prachtig voorbeeld van een attestatie is dat van mijn betovergrootvader Herman Gijsbert Keppel Hesselink, die leefde van 1811 tot 1888. In 1860 ging hij tijdelijk naar Zuid-Afrika en kreeg van zijn kerkenraad in Warnsveld een attestatie mee (zie afbeelding). Ik vond deze onlangs in oude familiepapieren. In ieder geval was hij 'onberispelijk in leer en wandel'. Is de layout niet schitterend? Worden nu ook nog attestaties afgegeven? Zeker wel, maar niet meer in de PKN. Je moet daarvoor lidmaat zijn van bv. de Christelijke Gereformeerde kerk, de Gereformeerde kerk (Vrijgemaakt) of de Nederlands Gereformeerde kerken. Meer hierover in Wikipedia.

11 december 2007

Kerst 2007

Alle bezoekers van GIJS'geneaLOG wens ik fijne, gezegende kerstdagen en ook alvast een goed en gezond 2008.

1 december 2007

Sint Petersburg in 1905

Een hele tijd terug had ik het al eens over de Ruslui. Bijgaande foto´s hebben daar alles mee te maken. Zijn de meisjes geen eye-catcher? Dit was er aan de hand: Gerhard Johannes Egbert Engberts, koopman te Sint Petersburg, trouwde op 22 april 1865 te Vriezenveen met Maria Kruijs. In 1905 mochten zij met hun kinderen en kleinkinderen in Sint Petersburg hun 40-jarig huwelijksfeest vieren. Ze hebben er bepaald iets leuks van gemaakt. Zoon Egbert (schrijver van het enkele jaren geleden verschenen boek 'Herinneringen aan Rusland') was uiteraard ook aanwezig. Zijn grote liefhebberij was gelegenheidsgedichten schrijven, wat hij doorgaans in het Duits deed. In 1905 liet hij zich niet onbetuigd en schreef niet alleen een ode aan zijn ouders, maar liet ook zijn beide nichtjes, Maria en Adja Wissendorff, een gedicht voordragen. Maria deed dat 'in de naam van Holland', Adja namens Rusland. Hun kleding laat wat dat betreft niets aan duidelijkheid te wensen over. Klik hier voor de tekst van deze gedichten. Zelf vind ik ze heel interessant.


Maria en Adja waren dochters van Heinrich Wissendorff, een koopman in Sint Petersburg, maar afkomstig van Letland. Hij was geadopteerd door een koopman en molenaar en kreeg zijn opleiding in Parijs en Londen. In 1890 trouwde hij Gerhard Engberts' dochter Gerharda Serafina (roepnaam Adja). Omstreeks 1891 zal de andere foto zijn genomen, voorstellende de kinderen van Gerhard Johannes Egbert Engberts (1835-1911) en Maria Kruijs (1842-1915). Van links naar rechts: Nicolaas ('Kolja', 'Kolle') Bernardus Engberts (1867-1939), Egbert Engberts (1875-1955), Heinrich Wissendorff (1861-1916) met Gerharda ('Adja') Serafina Engberts (1869-1942), Engbertus ('Androesja', 'Andrej') Engberts (1866-1899), Jan Engberts (1879-1957) en Frederik ('Fedja') Engberts (1871-1919). Let vooral ook op de wespentaille van Adja, een modegril van die tijd! Dit is zeker een van mijn favoriete familieportretten. Mijn overgrootmoeder Egberta Engberts (1853-1936) was de jongere halfzuster van Gerhard.