Translate

15 augustus 2012

Steeds weer in de cel

Adrianus van der Vliet (1885), veelpleger
Bij mijn speurtochten door historische kranten op internet kom ik toch wel heel verrassende dingen tegen. Zo tikte ik als zoekopdracht, zonder veel hoop op succes, maar eens de naam "Adrianus van der Vliet" in. Ik schreef 4 jaar geleden al eens over hem, omdat ik zijn portret had gevonden en hij vanaf 1871 diverse keren in de gevangenis had gezeten. Daarbij was hij een broer van mijn overgrootvader Gerrit van der Vliet. Zou ik verder iets kunnen vinden over zijn criminele activiteiten? Tot mijn verwondering bleek dat het geval te zijn. Het Algemeen Handelsblad van 18  april 1874 berichtte over de rechtszaak en de strafeis. Het lezenswaardige artikel is hier te vinden, maar ik geef even kort de gang van zaken weer.

Op 12 januari 1874 rond 21.00 uur liep Adrianus door de Warmoesstraat in Amsterdam. Hij was dronken. Hem viel een kist op, die stond op de stoep van de woning van de firma Reinders en Van Dijk. Hij kon de verleiding de kist mee te nemen niet weerstaan, dat had hij nu eenmaal wanneer hij onder invloed van alcohol stond. Hij scharrelde een handkar op met het doel de kist te verladen, maar deze bleek daarvoor te zwaar te zijn. Hij riep de hulp in van Herman Bernardus Vreeze, die daar aanvankelijk niets voor voelde, maar uiteindelijk toch meeging. Met behulp van een argeloze passant kregen zij de kist goed op de kar en duwden deze naar een onbebouwd stuk grond buiten de Leidse barriere. De kist bleek manufacturen te bevatten en ze namen er een aantal stukken uit om deze te verkopen. De volgende dag wilden ze terugkomen. Op de Botermarkt liepen zij Eduard Verwijk tegen het  lijf en zij vroegen hem, of hij geen interesse had de spullen te kopen. Die zag geen mogelijkheden, maar verwees naar Engbertus Piet Otger. Gezamenlijk besloten ze de goederen in gedeelten te verkopen. Daarbij werd ook de vrouw van Vreeze, Bernardina Vink, ingeschakeld.

De strafeis was niet misselijk: Adrianus van der Vliet 5 jaar, Vreeze 4 jaar, Otger 2 jaar, Verwijk 1 1/2 jaar en Bernardina Vreeze-Vink een half jaar de cel in. De eis werd door de rechtbank enkele dagen later overgenomen (Het Nieuws van de Dag van 23 april 1874), waarbij alleen Vreeze met 3 jaar en zijn vrouw met 3 maanden cel er iets genadiger van af kwamen.

Zo'n verhaal fleurt de familiegeschiedenis desondanks enorm op. De waarheid, de gehele waarheid, niets dan de waarheid!

11 augustus 2012

Glas 10

Detail van glas 10
5 jaar geleden had ik het al eens over glasmakers en in dat verband noemde ik de naam Albert Jans Mering uit Gouda. Deze voorvader van mij leefde gedurende een groot deel van de Gouden Eeuw (zijn geboorte- en sterfjaar zijn mij helaas onbekend). In vroeger eeuwen bestond geen uniforme spelling van woorden en namen. Mering komt dan ook voor in de varianten Merinck, Merink, Meering, Meringh en waarschijnlijk nog wel meer.

De beroemde Sint Jan van Gouda was in elk geval in 1655 Albert's werkterrein. Hij voerde naar een ontwerp van Daniel Tomberg de glazenierswerkzaamheden uit voor glas 10: Aankondiging van de geboorte van Jezus. De prachtige website van de kerk geeft er verder alle informatie over en laat ook het complete glas zien. Wikipedia besteedt er eveneens veel aandacht aan.

Onder mijn voorouders blijven de meesten tamelijk anoniem, ze zijn weliswaar bij name bekend, maasr dat is vaak dan ook alles. Het is de kunst van de familiehistoricus om toch nog verdere gegevens uit de archieven te peuteren. Wat is het dan leuk om zoiets als deze activiteit van Albert Jans Mering te kunnen presenteren.

Waar kwam Albert Jans Mering vandaan, toen hij zich in Gouda vestigde? Of was hij er al geboren en was zijn vader misschien wel de migrant? Het ligt voor de hand te veronderstellen, dat de familie uit Duitsland kwam. Het waren namelijk leden van de Lutherse kerk, en dat wijst bijna altijd op een Duitse afkomst. Skandinavisch zou het eventueel ook kunnen zijn. Bovendien is er een plaatsje Mering in de buurt van Augsburg. Zouden zijn roots daar kunnen liggen? De bevolking is er wel overwegend katholiek. 

Nou kan iedereen natuurlijk beweren, dat Albert Mering een voorvader van hem of haar is, maar kun je dat aantonen? Vandaar geef ik de verwantschapslijn tussen hem en mijzelf maar eens aan:
Albert Jans Mering/Merinck, glazenmaker
zoon: Hendricus Albertsz Mering, glazenmaker
zoon: Albert Mering, glazenmaker
dochter: Christina Mering
zoon: Cornelis Deenik, waarschijnlijk glazenmaker
zoon: Leendert Deenik, glazenmaker
dochter: Catharina Johanna Margaretha Deenik
dochter: Hendrika Elisabeth Catrina Stol
dochter: Marthe Nicolette Veltmaat
dochter: Hendrika Elisabeth Catharina van de Kamer
zoon: Herman Gijsbert Hesselink
zoon: Gijsbert Hesselink (ik zei de gek)

Deze lijn met alle gegevens is natuurlijk ook terug te vinden in mijn database.

7 augustus 2012

DTB Amsterdam 1785


Soms kom je op onverwachte plaatsen bepaalde gegevens tegen. Het internet speelt daarbij een steeds belangrijker rol. Zo vond ik 'per ongeluk' in de Gazette van Gend de statistieken van de gedoopten (D), getrouwden (T) en overledenen (B = begraven) in Amsterdam over het jaar 1785. Ik vraag mij af, wie zich in Gent daarvoor interesseerde, maar dat soort dingen vraag ik mij ook bij het lezen van de krant van vandaag wel vaker af. Hier de cijfers:

Gedoopte kinderen in de Gereformeerde kerken en de Lutherse kerk: 5524.
Van de pui van het stadhuis zijn afgeroepen: 1154 paren.
Getrouwd op het stadhuis: 685 paren.
Getrouwd bij de Lutherse gemeente: 278 paren.
Afgeroepen bij de gereformeerde kerken: 1733 paren.
Aantal doden: 7108.

Zie de site van het Stadsarchief Amsterdam voor een toelichting op de procedures die golden voor de kerkelijke dopen, (onder-)trouw en begraven. Wat gold voor Amsterdam is in de regel ook van toepassing op andere plaatsen, maar er kunnen wel degelijk verschillen zijn. Waarvan ik mij niet zo bewust was is het feit, dat scans van een groot aantal trouwregisters van de Oude Kerk, de Nieuwe Kerk, de Waalse kerk en het Stadhuis via de site van het Stadsarchief zijn in te zien, zij het tegen betaling. Zelf heb ik daar nog nauwelijks gebruik van gemaakt. Van mijn vele Amsterdamse voorouders heb ik meestal alleen de ondertrouwgegevens genoteerd.

Bij de afbeelding: Een bekendmaking uit 1695 van de Staten van Holland en Westfriesland over een belasting op het trouwen en begraven. De belasting op begraven leidde in 1696 te Amsterdam tot een groot oproer dat bekend is geworden onder de naam Aansprekersoproer. Aansprekers gingen naar familie en bekenden om te vertellen dat er iemand was overleden. Bron

3 augustus 2012

Antieke kinderfoto's

Foto: Steinberg, Sint Petersburg ca. 1862

Pas rond 1830 werd de 'moderne' fotografie uitgevonden. De oudst bekende Nederlandse foto dateert meen ik van 1838 of 1839. Daarna heeft de fotografie een grote vlucht genomen, met name ook de portretfotografie. Ongetwijfeld hebben de schilders toen veel klandizie aan de fotografen verloren, die overal in den lande studio's hadden ingericht. Wie iets in kleur wilde hebben, was in de volgende 100 jaar echter toch nog op de schilderkunst aangewezen (afgezien van achteraf ingekleurde foto's dan). Er waren ook schilders, die (deels of helemaal) zijn overgestapt op de fotografie.

De laatste jaren ben ik mij steeds meer gaan interesseren voor 19e eeuwse foto's van familie (in de ruimste betekenis van het woord). Het blijkt, dat hier en daar toch nog zeer oude fotoalbums opduiken. Dan wordt duidelijk, dat kinderen in de 19e eeuw een gewild motief waren. Er zijn prachtige opnames bij, zoals van bijgaand jongetje op een speelgoedpaard. Jammer is wel, dat lang niet altijd staat genoteerd, wie is afgebeeld. Dat we toch met enige zekerheid weten wie dit jongetje is komt door een later toegevoegde notitie van een familielid: "dit is een Tutertien". In dat geval kan het bijna niet anders, dan dat het de in 1858 geboren Hendrik Tutertien betreft, zoon van Fredrik Tutertien (koopman te St.  Petersburg) en Janna Hendrika Smelt, beiden uit Vriezenveen.

Al jaren werk ik samen met mijn 'fotoneef ' Ard, die weliswaar geen stamboomvorser is, maar die zich wel interesseert voor de resultaten van mijn onderzoek. Hij beschikt over een vrij uitgebreide  collectie van oude familiefoto's en op die manier vullen wij elkaar prachtig aan: hij de plaatjes, ik de verhaaltjes. Als volgend project denken wij aan een - verder pretentieloos - boekje met mooie zeer oude kinderfoto's (ruwweg >100 jaar oud, kinderen tot de leeftijd van een jaar of 12). We zijn nog in de verzamelfase, maar we hopen het boekje in de komende winter af te hebben.

U hoeft geen scrupules te hebben om dit idee over te nemen! Wat Ard en mij betreft mag u zelfs de primeur van zo'n fotoboekje hebben. Maar dan willen wij er wel ook van kunnen meegenieten. Afgesproken?