Translate

17 januari 2013

Waterloo veteraan en moordenaar

Sergeant der Flankeurs en Jager van het korps Jagers
 in West-Indiën (Collectie 
Legermuseum)
De familienaam Phillipson (soms ook gespeld als Philipson) is hier al eerder ter sprake gekomen (nou is Philipson in ons land bijna typisch een Joodse naam, maar Phillipson is dat zeker niet). Een vergaand onbekende telg uit dit geslacht is Pieter Dirk Philipson uit Naarden. Ik was op zijn spoor gekomen door een bij het archief Gooi en Vechtstreek berustende brief van 2 november 1828 van A. Roelofsz, predikant bij de Hervormde Gemeente in Suriname, aan de president van het Burgerweeshuis inzake de ter dood veroordeling van de, in Paramaribo gelegerde, flankeur Pieter Dirk Philipson wegens moord op een sergeant. Dat maakte uiteraard nieuwsgierig, maar ik kon verder niets over dit voorval vinden,. Misschien levert onderzoek in het Nationaal Archief nog iets op.

Kort geleden kwam het Stadsarchief Amsterdam met een index op de registers van bijna 30.000 mannen die na de slag van Waterloo in 1815 recht hadden op de zogenaamde ‘Waterloo-gratificatie’. Ik verwijs voor de achtergronden naar de handleiding. In deze index trof ik de naam P.D. Philipson aan als jager bij het Bataljon Jagers Nr. 27.  Dat gaf aanleiding om verder op onderzoek te gaan en ik kwam uit op een Belgische site met namen van militairen, die deel hebben genomen aan de slag bij Waterloo. Pieter Dirk Philipson, geboren te Naarden op 7 februari 1796, jager bij het 27e bataljon, raakte in Quatre Bras gewond aan zijn linkerarm door een sabelhauw (zijn doop of geboorte is in Naarden niet aangetroffen, maar zijn ouders zijn Nicolaas Hendrik Phillipson en Hendrika Wikkerman).

Als je dan al iemands legeronderdeel weet, dan is er nog wel meer informatie naar boven te halen. Familysearch heeft de stamboeken gefotografeerd en zo vond ik hem hier. Naast o.a. zijn signalement weet ik nu dus ook, dat hij in 1819 werd bevorderd tot korporaal.

Kennelijk is Pieter Dirk behoorlijk hersteld, want hij bleef in dienst als flankeur bij hetzelfde bataljon en kwam uiteindelijk dus in Suriname terecht, met fatale gevolgen. Voor de sergeant en bijna zeker ook voor hem (want het vonnis zal wel zijn voltrokken).

Geen opmerkingen: