Translate

14 mei 2007

Glas

Een venster van de Dom van Regensburg
Een tijdreis door de glazen Europesche cultuurgeschiedenis kan aan de toeristische Glasstrasse in het Bayerische Wald worden gemaakt. In dit gebied wordt al sedert minstens zeshonderd jaar glas geproduceerd. Dat geldt ook voor het aangrenzende Boheemse Woud in Tsjechië. In Frauenau bevindt zich het zeer fraaie, modern ingerichte glasmuseum en vorige week was ik daar op bezoek. In het museum begint de tijdreis bij de antieke culturen van Mesopotamië en Egypte, gaat via de Romeinen naar de steden met de middeleeuwse kathedralen, vervolgens naar Venetië, de Renaissance en de Barok, om uit te komen bij de industriele revolutie van de negentiende eeuw en de moderne glasproduktie van de tegenwoordige tijd. Glas is een fascinerend materiaal dat, bewerkt door vaklieden, oneindig vele vormen kan aannemen. Glas als kunstuiting en als gebruiksartikel. Het museum laat er prachtige voorbeelden van zien. Bert Haanstra's korte film 'Glas' wordt er ook vertoond.

Als genealoog vraag ik mij in elke bezochte plaats af, of voorouders van mij daar hebben gewoond. Zo verbind ik steeds plaatsnamen met familienamen. Honderden van zulke combinaties heb ik paraat. Uit het Beierse Woud komt, voor zover ik weet, geen verre voorvader, maar in het museum was het wel net alsof ik leden van de familie Van Marienhoff in levenden lijve ontmoette. Zij waren meerdere generaties lang 'glaesemaeckers' in de stad Utrecht. De oudste, die ik heb kunnen achterhalen, is Henrick Itzen van Marienhoff. Hij moet rond 1540 zijn geboren. Diens achterachterachterkleindochter Agatha van Marienhoff (geb. 1690) trouwde met de Goudse glazenmaker Albert Mering en hun dochter Christina met de Culemborgse verver en glazenmaker Leendert Denick (geb. 1708 te Maassluis). Zo zie je maar weer eens, hoe er binnen een bepaalde beroepsgroep huwelijken werden aangegaan en deze lijnen soms door de eeuwen heen zijn te volgen. Net als nu werd ook vroeger het schildersberoep vaak samen met dat van glasmaker dan wel glaszetter uitgeoefend.

Maquette van een glasblazerij, zoals te zien in het glasmuseum
te Wertheim (Duitsland).
Ook moest ik in het glasmuseum denken aan een andere voorvader, namelijk Hendrik Stolle. Hij was glasblazer en mogelijk afkomstig van Hagen of Herdecke in het Roergebied. Hij vestigde zich in Amersfoort, waar hij in 1746 trouwde. Zijn zoon Casper Stol werd eveneens glasblazer in Isselt en Nijkerk. Ook zijn genen zijn in mij aanwezig. De glasmakers vormden trouwens een nogal vrij volkje, dat zich weinig aantrok van rangen en standen of de beperkingen van de gilden. Zij reisden, gedreven door economische motieven, dikwijls door Europa. Opzegtermijnen bedroegen soms maar een uur en ze waren binnen het volgend uur vaak al weer op weg naar een volgend avontuur. Specialisten als zij waren immers overal welkom.
Als brildrager heb ik altijd glas voor ogen, ook al is het tegenwoordig dan nepglas. Het is glashelder, dat mijn voorouders daarentegen zo echt zijn als het maar zijn kan. Hoewel, voormoeders zijn zekerder dan voorvaders. Maar dat is een ander verhaal, voor later.


Geen opmerkingen: