Slaven
Dit is Cape Mount aan de kust van Liberia in West-Afrika, ongeveer 100 km ten noordwesten van de hoofdstad Monrovia. Is de baai met de smalle ingang niet een geweldige, beschutte plek om met je schip aan te leggen of voor anker te gaan? Dat is ook precies, wat mijn voorvader Aart van de Kamer deed op 27 april 1777 als schipper van "De Verre Keyker". Hij had er net een voorspoedige reis van drie maanden opzitten, toen hij hier aankwam. Hij zou er een week blijven, zoals blijkt uit de brief, die hij hier vandaan schreef aan zijn vrouw Johanna de Bruijne, die in Vlissingen was achtergebleven. Ik laat de tekst van de brief hier volgen:
"Zielsbeminde vrouw & kinders.
twijffele niet of u sult mijn brief van den 30 januarij met van de water wel ontfangen hebben. ik heb de heele uijtreijs tot heede toe fris en gezond geweest maer bedroft weer gehad somtyds. Dees dage & nagte all t volk in de Cajuyt geloogeert dat geen Luyken open konde dar zoo veel waater op t dek had. voor t overige heb niet minste ongeluk gehad van iets te verliesen of te breeken, en ben hier den 27e deezer ten anker gekomen en tot heede nog geen een ziek zoo dat de meester ’t makkelijkste bandje heeft dat mijn wel aanstaad. ik wensch dat ueds mijn lieve vrouw & kinders een volmaakte gezondheit zult genieten. De voorpaase was reedelijk maer de 2e paasdag zeer droog. zonder negotie Eijers of paasbrood dog patientie wij kunnen t zoo niet hebbe als bij moeder. ik verlang na een brief van ueds, en hoop deezen zal ued wel ter hand komen; hoope mijn klijn pietje sal ook wel sijn mijn dunkt ik hoor hem hier ba ba roepen. Nu moeder lief zyt wel te vreede. hoop deeze zal ued wel gaan ende ik zal geen occasie verbeijde om te schrijve; groet onse oude moeder en Broes en Zusters Ooms & moeijens Nigtens & neefs Bommel vader & moeder en alle vrienden die ued vriendschap bewijsen & Juffr Johan Chr Hellemans. ik brief aff de tyd roept mijn ik ga van de nagt hier van daen als God blieft. zyt wel te vreede leeft vergenoegt ik zal te alle occasie schrijve, en ...naaste aan broer Willem de Bruijne groet onse buuren.
Veel Gelieffde vrouw & Kinders
Ueds Getrouwe man tot de dood
AVDKamer
Caap monte in t schip De Verre Keyker den 31 maart 1777.
Kust de kinders & pietje genagt als u Juultje(? moeilijk leesbaar) Lieft vaart wel moeder lief ik leg hier nog de negotie is goed den 2 april 1777 God bewaart ued"
Aart was toendertijd 32 jaar oud en vader van drie jonge kinderen, waaronder Pieter, een baby van bijna 6 maanden. Hij heeft het verder over de negotie (handelswaar). Waaruit die bestond? Zeer waarschijnlijk uit textiel, geweren, buskruit, jenever, gereedschappen, kralen en spiegels. Deze werd in West-Afrika door handelsagenten in ontvangst genomen en wat kreeg de schipper ervoor terug aan boord? Slaven! Die werden eerst medisch gekeurd en vervolgens gebrandmerkt. Op de heenreis had de scheepstimmerman waarschijnlijk een extra tussendek laten timmeren, om zoveel mogelijk slaven te kunnen onderbrengen. De reis werd voortgezet met als bestemming Suriname. Onderweg zal ca. 17% van de slaven zijn overleden, dat was normaal. In november 1777 kwam "De Verre Keyker" aan in Paramaribo, waar de menselijke lading nog op de kade werd gekeurd en verhandeld. Een deel bleef echter aan boord met bestemming Curaçao. Naar later zou blijken was Aart van de Kamer in 1778 de laatste schipper, die in Curaçao slaven afleverde. Zo schreef hij toch nog in zekere zin geschiedenis. Rond october 1778 zal "De Verre Keyker" in Vlissingen zijn teruggekeerd met als lading koffie, tabak, cacao, suiker en katoen. Pietje kon toen dus al lopen. Maar of hij 'papa' kon zeggen tegen die onbekende meneer?
1 opmerking:
Vond dit zinnetje uit de brief aardig: "wij kunnen t zoo niet hebbe als bij moeder". Je hoort het de kapitein als het ware brommen tegen klagend scheepsvolk.
Overigens stierven gewone schepelingen ook vrij veel, op dit soort reizen. Dar geldt dus niet alleen voor slaven.
Een reactie posten