De opa van mijn opa
De uitgave zat er al een hele tijd aan te komen en vanaf nu kan deze besteld worden! "DE OPA VAN MIJN OPA" is de boektitel geworden en neef Ard en ik hebben het met erg veel plezier samengesteld. Hij is veel meer fotograaf en vormgever dan genealoog, bij mij is dat precies omgekeerd. Een perfecte match en een fantastische samenwerking. Hopelijk straalt dit ook af op de inhoud van het boek. U leest er meer over in de folder.
Genealogisch gezien is het een stamreeks, waarbij strikt de directe mannelijke lijn is gevolgd, te beginnen bij onze grootvader Engbertus Hesselink, die leefde van 1879 tot 1930. Hij was houtvester en bosbouwkundige. Het boek besluit met de vroegst bekende voorvader Harmen Hesselink, die leefde in Varsseveld rond het midden van de 17e eeuw.
In feite hebben we ook nog een boekje-in-een-boekje gemaakt, door een uitvoerige fotoindex bij te voegen met veel aanvullende informatie. Als bijlagen zijn de stamreeks en een nakomelingenoverzicht van Engbertus opgenomen.
Voor familieleden ver en dichtbij lijkt mij dit boek een 'must'. Dit geldt dus ook voor hen, die afstammen van Keppel Hesselink. Maar ook anderen zouden best eens belangstelling kunnen hebben. ISBN/EAN: 978-90-815201-1-9.
Het boek is te bestellen en gedeeltelijk in te zien via de Blurb Bookstore. De prijs bedraagt € 25,00, excl. verzendkosten.
2 opmerkingen:
Waar de auteurs niet van afwisten is het kindergedicht van Annie M.G. Schmidt met dezelfde titel: "De opa van mijn opa". Harry Bannink heeft er zelfs een liedje op gemaakt.
Hier volgt de tekst:
De opa van mijn opa
De opa van mijn opa
Was een hele strenge man.
Hij sloeg zijn zoontje Willem
En hij sloeg zijn zoontje Jan.
Dan was er nog Katrientje,
Die hij mepte met een stok.
En als Marietje stout was,
Moest ze in het kolenhok.
Dat was toen heel normaal
En niemand was verwonderd.
’t Gebeurde allemaal
In negentienhonderd.
De opa van mijn opa
Ging ’s avonds naar de kroeg.
Daar dronk hij zeven borrels,
Dat vond hij net genoeg.
En als zijn vrouw dan klagen wou,
dan strafte hij haar ook.
Hij sloeg haar met een eindje touw,
nog net niet met de pook.
Maar niemand die wat zei
En niemand was verwonderd.
Het hoorde er zo bij
In negentienhonderd.
En als een kind iets wilde,
dan zei hij altijd nee.
Maar ’s zondags ging hij naar de kerk
En heel de troep moest mee.
Ze zeiden onderdanig:
Pappa, wat bent u goed.
U hebt altijd gelijk, pappa,
U weet hoe alles moet.
Dat hoorde bij die tijde,
Al was het ook bedonderd.
Dat was gehoorzaamheid
In negentienhonderd.
Annie M.G. Schmidt
Uit: Niet met de deuren slaan (1973)
Een reactie posten