Translate

13 september 2008

Mensenkennis

Willem Frederik Keppel Hesselink, alias Mr. Max

Een dezer dagen schafte ik antiquarisch het boekje "Hoe leer ik de mensen kennen?" aan. De ondertitel is "Gelaatskunde voor iedereen". De schrijver is Mr. Max en dat is ook de voornaamste reden geweest om het te kopen. Het is uitgegeven zonder jaartal door J. Philip Kruseman's Uitgeversmij. N.V., Den Haag. Uit de tekst maak ik op, dat het waarschijnlijk zo rond 1948 moet zijn verschenen. Ik vind het een vreselijk aardig boek, waarin hij vertelt, dat 30 jaar ervaring als karikaturist en als artist in binnen- en buitenland, het vele reizen en tien-jarige studie van de astrologie hem in staat hebben gesteld het menselijk gelaat te doorgronden. Een natuurlijke aanleg hiervoor was sinds zijn kinderjaren al duidelijk aanwezig.

Hij behandelt eerst de schedelleer of phrenologie. Hij onderscheidt ronde schedels, puntvormige schedels en putvormige schedels. Ongelovige mensen zouden in de regel een puthoofd hebben. Een recht voorhoofd wijst op een vast en hardnekkig karakter, terwijl vooruitstekende voorhoofden een kenmerk zijn van domheid, zwakheid en onnozelheid. En zo is er over de schedel nog veel en veel meer te zeggen. Zo ook over de ogen, de lippen, de oren, de neus, de mondhoeken, de kin, de oorlel ('hoe kleiner, hoe materialistischer'), wenkbrauwen, enz. Iedere vorm heeft daarbij een betekenis en de combinatie ervan maakt het pas echt interessant.




Heel aardig vindt ik ook het hoofdstuk over de mens van voren gezien, waarvan ik hier de tekeningen en de bijbehorende verklaring laat zien.

Ook behandelt hij nog de naturellenleer (de voedsel/voeding naturel, de bewegings naturel, de opname naturel en de mengvormen daarvan). Een huwelijk tussen gelijksoortige naturellen is niet goed.

Tenslotte behoort een goed gezicht aan de volgende eisen te voldoen:
a. Opvallende gelijkheid van de gezichtsafdelingen, voorhoofd, neus en kin.
b. Bij een horizontaal eindigend voorhoofd, bijna horizontale, flinke, gedrongen wenkbrauwen.
c. Ogen van lichtblauwe of lichtbruine kleur, die op geringe afstand op zwart gelijken en door de oogappel iets van een vijfde of vierde gedeelte bedekt worden.
d. Een neus met een brede, gelijkmatige, doch iets gewelfde rug. De neusvleugels moeten te zien zijn.
e. Een horizontale mond waarvan de bovenlip en de middellijn in het midden iets dieper inzinken en de onderlip niet groter is dan de bovenlip.
f. Een ronde, vooruitstekende kin.
g. Korte, donkerbruine haren, op de kruin in grote partijen bijeen komend.
N.B. Deze bovengenoemde eigenschappen verenigd, komen zelden voor.

Ik vind het een leuk en leerzaam boekje. Wat ik met deze kennis ga doen? Allereerst op mijzelf toepassen, want, zo zegt de auteur, de zelfkenner is de beste mensenkenner.

P.S. Wie heeft nog meer gegevens over Mr. Max en zijn werk? Graag reageren.

1 opmerking:

Patrick Wetzels zei

Zoek anders eens naar de namen:
-Carl Huter
-Amandus Kupfer
Andere ingang om te zoeken kan middels de term:
Psycho-Physiognomie of Psychognomie