Translate

1 december 2006

Krankenbezoeker

In mijn genealogie komen allerhande beroepen voor. Zeldzaam is dat van krankenbezoeker, ook wel ziekentrooster genoemd. Het stond op ongeveer hetzelfde niveau als dat van een schoolmeester en had raakvlakken met de intellectuele beroepen en universitaire vorming. Het was tot 1808 een door de stad betaalde functie, waarna het door de Hervormde kerk werd overgenomen. Het betrof een vast inkomen, wat een bijzonderheid was. En ze verdienden verhoudingsgewijs niet slecht, ongeveer net zo veel als een barbier en pruikenmeester. Een bepaalde vooropleiding was niet vereist. Je werd door de kerkenraad geëxamineerd. Je moest onbesproken kerklid zijn en natuurlijk kunnen lezen en schrijven. De meesten beschikten ook over een kleine bibliotheek. Ze werden niet door de kerk, maar door het stadsbestuur aangesteld. In de kerkelijke (gereformeerde) hiërarchie stond hij onder de predikant, maar boven de catechiseermeester. Ze werden wel 'halfeerwaarde' genoemd! En een hoed hoorde tot de dagelijkse kledij. In de 19e eeuw werden de pastorale taken van de krankenbezoeker steeds vaker door de predikanten overgenomen. Bovendien waren de ziekentroosters een significante kostenpost voor de kerken en werd het beroep uiterlijk in 1880 afgeschaft. Wat bleef is de herinnering, zo ook aan Evert Hesselink (geb. Vorden 1755), die krankenbezoeker was te Zaltbommel en daar ook in 1838 is overleden. Hij trouwde met Bastiana van den Anker, wat voor sommige nakomelingen de dubbele achternaam Van den Anker Hesselink opleverde. Hij was zelf de zoon van een rechter, zijn eigen kinderen waren bv. apotheker en deurwaarder.

Literatuur en afbeelding: Jaarboek CBG deel 60 (2006), pag. 113-130.

Geen opmerkingen: