Translate

3 oktober 2005

Ik heb twee Buicks!

Echt waar, ik heb twee Buicks. Nee, jammer genoeg (?) geen auto's als deze. Een halve eeuw geleden was zo'n slee ook op de Nederlandse wegen niet onbekend. We zeiden er Bjoek tegen (Amerikanen spreken het geloof ik meer uit als Bjoe-ick), en deze Super Riviera Coupe uit 1953 was bijna even sjiek als een Keddillek. Nee, ik heb het over mijn voorouder Machtelt Buick (ook Buijck) en over ene Catharina then Buick, die beiden in mijn personenbestand zitten. Machteld is waarschijnlijk zo rond 1610 in het Amsterdamse geboren, Catharina was een tijdgenote van haar uit Wesel. Wat wil ik hier nou mee zeggen? Dat ik durf te wedden, dat een voorvader van de autofabrikant David Dunbar Buick een Nederlandse emigrant was en het onzin is zijn naam als Bjoek uit te spreken. Die auto's heten gewoon Buik! Heb ik dus toch een rijke oom in Amerika?

En hoe zit het dan met Citroën? Het is precies zoals mijn vader zei, toen hij met zijn gezin in een anthraciet-kleurige Citroën 11 'Traction Avant' (wat een geweldige auto!) omstreeks 1951 aan de grens kwam en daar uitvoerig werd gecontroleerd: "Dit is een citroen met vier kwasten".

Geen opmerkingen: